Dat bepaalde de Tweede Kamer dinsdag door een initiatiefwet van PvdA-Kamerlid Henk Nijboer en zijn ChristenUnie-collega Pieter Grinwis te aanvaarden.

Tijdelijke huurcontracten zijn aan een stevige opmars bezig sinds ze in 2016 zijn toegestaan. PvdA en ChristenUnie willen daarvan af omdat tijdelijke contracten voor veel onzekerheid zorgen bij huurders. Dat komt doordat veel verhuurders de maatregel misbruikten om hun huurprijzen op te schroeven. Bij een zittende huurder mogen ze de huur maar een beetje verhogen, maar bij een nieuwe huurder is die beperking er niet. Vaste contacten worden nu weer de norm.

Bij de stemmingen bleek dat ruim tweederde deel van de Tweede Kamer akkoord gaat met de initiatiefwet. Alleen coalitiepartij VVD, FVD en de groep-Van Haga stemden tegen.

Beroering

De behandeling van de wet leidde tot beroering in de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Het was al tegen het zere been van met name VVD en CDA dat de CU een initiatiefwet met oppositiepartij PvdA indiende. Aan het eind van de tweede termijn kwamen VVD en CDA met voorstellen om de initiatiefwet alsnog te verruimen en verhuurder toch meer mogelijkheden te geven om tijdelijke huurcontracten aan te bieden. Nijboer en Grinwis waren boos en dreigden hun initiatiefwet in de trekken als de meerderheid van de Tweede Kamer hun wet zou oprekken. Na koortsachtig overleg besloot het CDA een aantal andere wijzigingsvoorstellen in te dienen die minder vergaand waren. Daar konden de indieners mee leven, zo bleek tijdens een ingelaste derde termijn. En zo stemde het CDA dinsdag toch in met de wet.

Uiteindelijk blijven er straks vijf situaties mogelijk waarbij verhuurders tijdelijke contracten mogen aanbieden.

De nieuwe regels gaan overigens pas in als ook de Eerste Kamer met de initiatiefwet heeft ingestemd. Als de Eerste Kamer de behandeling vlot ter hand neemt, kunnen de nieuwe regels begin volgend jaar ingaan.