113: naasten kunnen grote rol spelen bij voorkomen zelfmoord
Mensen die vermoeden iemand in hun omgeving te hebben die een einde aan het leven wil maken, kunnen een belangrijke rol spelen in het mogelijk voorkomen van zelfmoord, zegt 113 Zelfmoordpreventie. Mensen kunnen met een open blik het gesprek aangaan met een suïcidaal iemand zonder daarbij te oordelen, aldus hoofdonderzoeker Renske Gilissen.
Praten over mentale problemen is volgens haar heel belangrijk en kan opluchten. Zo moeten scholen en universiteiten wat haar betreft allemaal een stappenplan hebben bij vermoedens van suïcidaal gedrag.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde vrijdag dat 1916 mensen vorig jaar een einde aan hun leven maakten, 54 mensen meer dan het jaar daarvoor. In 2022 ging het om twee keer zoveel mannen als vrouwen. Gilissen merkt, net als organisatie MIND, dat vooral mannen met mentale problemen moeite hebben hierover te praten. Het taboe moet verdwijnen, vindt ze. „Mannen denken vaker dan vrouwen dat ze het alleen moeten oplossen, maar dat hoeft niet.” 113 Zelfmoordpreventie kwam eind vorig jaar met onder meer een tv-reclame die mannen tussen de 40 en 70 jaar aanmoedigt te praten over hun problemen.
De behandeling van een persoon met zelfmoordgedachten kan soms beter, vindt Gilissen. Het helpt als naasten erbij betrokken zijn en een veiligheidsplan wordt opgesteld. Ook de nazorg van mensen die na een poging in een ziekenhuis belanden kan bijvoorbeeld vaak beter, vindt ze. „Sommige ziekenhuizen regelen een gesprek met een psychiater of een casemanager die hulp regelt voor wanneer ze het ziekenhuis verlaten.” Niet alle ziekenhuizen bieden deze nazorg volgens haar.
Om het aantal zelfdodingen omlaag te krijgen, is meer kennis nodig over deze groep en waarom zij een einde aan hun leven maken. 113 Zelfmoordpreventie voert naast telefoongesprekken ook wetenschappelijke onderzoeken uit naar wat gedaan kan worden om zelfdoding te voorkomen. „Het is altijd een opstapeling van heel veel verschillende factoren die voor iedereen anders zijn. Daarom moeten we aanleidingen beter in kaart brengen”, zegt ze.