CBS: Steeds minder jonge moeders, twee kinderen de norm
In ruim vijftig jaar is de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen voor het eerst moeder worden met zes jaar gestegen. Dat blijkt deze donderdag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Begin jaren zeventig waren vrouwen gemiddeld 24,3 jaar bij de geboorte van hun eerste kind, vorig jaar was dat gestegen tot 30,3 jaar. Vijf jaar geleden waren vrouwen gemiddeld nog net iets jonger dan 30 toen ze voor het eerst moeder werden.
In 2021 was de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind kregen ook 30,3 jaar, maar volgens hoofdonderzoeker Tanja Traag van het CBS is het nog te vroeg om van een stabilisatie te spreken. „Begin 2021 was een opleving van het geboortecijfer zichtbaar en dat soort cijfers beïnvloedt de gemiddelde leeftijd”, zegt ze. „De langetermijntrend van de laatste jaren is: er worden minder kinderen geboren omdat vrouwen en dus ook mannen daar langer mee wachten.”
Bovendien krijgen zij gemiddeld minder kinderen dan vroeger. Twee kinderen zijn inmiddels de norm, ziet het CBS: vorig jaar had de helft van de moeders twee kinderen. Het CBS verwacht dat ruim de helft van de jonge moeders die nu nog één kind hebben uiteindelijk ook twee kinderen zullen krijgen.
Vijftig jaar geleden was het veel gebruikelijker om een groot gezin te hebben. Toen hadden drie op de tien moeders een gezin van vier of meer kinderen. Nu wonen naar verhouding de meeste grote gezinnen in het noorden van het land en in de biblebelt, de strook die ruwweg loopt van Zeeland tot Overijssel.
Volgens het CBS telt Nederland op Moederdag, aanstaande zondag, bijna vijf miljoen moeders, van wie er 78.000 het afgelopen jaar hun eerste kind hebben gekregen. Over vaders heeft het CBS geen nieuwe cijfers gepubliceerd, maar de afgelopen jaren waren mannen gemiddeld drie jaar ouder dan vrouwen als ze voor het eerst een kind kregen. In 2021 was de gemiddelde leeftijd waarop mannen voor het eerst vader werden 32,8 jaar.