Op de financiële markten ontstonden eerder grote zorgen toen enkele Amerikaanse banken en ook Credit Suisse in de problemen kwamen en gered moesten worden. De banken raakten in moeilijkheden door een combinatie van de sterk opgelopen rente en klanten die opeens massaal hun geld weghaalden. De Nederlandsche Bank (DNB) was er snel bij door te benadrukken dat banken in Nederland wel weerbaar zijn en voldoende geld achter de hand hebben.

Bij de publicatie van de jaarcijfers in februari meldde ABN AMRO juist te profiteren van het oplopen van de rente. Daardoor kan ABN AMRO namelijk ruimere marges rekenen over spaargeld dat mensen bij de bank hebben gestald. ABN AMRO dacht er toen ook weer sterk genoeg voor te staan om veel geld naar de aandeelhouders te laten terugvloeien. De bank deed dat door voor een half miljard euro aan uitstaande aandelen te gaan inkopen.

In het eerste kwartaal van vorig jaar, waarmee de kwartaalcijfers van nu worden vergeleken, hield het concern nog een winst over van 295 miljoen euro. ABN AMRO plukte er toen vooral de vruchten van dat de coronarestricties in Nederland weer werden opgeheven en de samenleving weer openging. Daardoor trok de vraag naar hypotheken en zakelijke leningen weer aan. De rente-inkomsten liepen toen nog wel terug vanwege de toen nog zeer lage rente.