Politie Parijs onder vuur om demonstratie neonazi’s
Het Parijse politiekorps en de Franse minister van Binnenlandse Zaken liggen onder vuur wegens een demonstratie van neonazi’s die afgelopen weekend door mocht gaan. Zo’n zeshonderd leden van extreemrechtse groeperingen liepen zaterdag gekleed in het zwart door het centrum van Parijs, terwijl demonstraties maandag, op de Franse bevrijdingsdag, werden verboden wegens het verstorende geluid van potten en pannen.
De neonazi’s organiseerden een jaarlijkse demonstratie om de dood van de extreemrechtse activist Sebastien Deyzieu in 1994 te herdenken. De autoriteiten hadden hier toestemming voor gegeven en op beelden was te zien hoe de straten van de Franse hoofdstad zich zaterdag vulden met zwarte vlaggen met onder meer Keltische kruizen.
Kritiek op de demonstratie kwam onder meer uit de hoek van de Franse senator David Assouline, die het „onacceptabel” noemde dat de autoriteiten de „ideologie, leuzen en beledigingen van neonazi’s en fascisten” op straat toestonden. De Parijse politie liet maandag in een verklaring weten dat een verbod niet mogelijk was, omdat er geen risico was voor de openbare orde. De afgelopen jaren verliep de demonstratie gemoedelijk, zo verklaarde de Parijse politiechef tegenover de Franse krant Le Monde.
Demonstraties op 8 mei, de dag dat Frankrijk het einde van de Tweede Wereldoorlog viert, werden maandag wel verboden. Er was zoals al vaker de afgelopen maanden protest met potten en pannen aangekondigd, maar dit zou de toespraak van president Emmanuel Macron bij de Arc de Triomphe kunnen verstoren. „Pannendeksels zijn duidelijk gevaarlijker dan laarzen”, liet de Franse communistische partij in een verklaring weten.
Ondanks een verbod werd er in Lyon maandag toch door zo’n 3000 mensen gedemonstreerd. De politie zette traangas in.