Doden herdenken, herkennen, herscheppen
Op 4 mei stonden overal mensen stil bij graven en monumenten. Echt doodstil werd het gelukkig niet. Het leven laat luidruchtig van zich horen, zolang er nog vogels fluiten en insecten zoemen. Maar zo klankrijk genieten van het concert des levens als de herdachten dat konden, dat lukt ons niet meer. Daarvoor is er te veel gesneuveld. De dood en de dodenakkerbouwers zwichten noch voor ”maai mij niet”, noch voor ”maai mei niet”. Niet alleen onder maar ook op de grafstenen ligt het wreed afgesneden bloeiende leven dat slechts even sierlijk pronkt. De heidense gewoonte om de dood te verbloemen geeft de gestorvenen geen vreugde en de levenden geen vrucht. De herinnering duurzaam levend houden? Plant een bloesemboom!
De heidense traditie om vuur te offeren is ook geen lichtend voorbeeld. Een ”eeuwige” vlam voor een onbekende soldaat strijdt met goed milieubeheer en moderne techniek. Op de Grebbeberg kreeg al meer dan tien jaar geleden de laatste onbekende soldaat zijn naam terug. Met DNA-onderzoek zijn familiebetrekkingen nauwkeurig na te gaan. Voor nabestaanden kan dat vrede geven, onder verwanten soms strijd. Want iemand kan door genetisch onderzoek zijn goede naam ook verliezen, als hij een vrucht blijkt van een andere stamboom. Dan blijkt dat er sprake was van een oude en een nieuwe vlam.
De hoeveelheid informatie die inmiddels uit het erfelijk materiaal kan worden verkregen, is immens. Zelfs uit prehistorische graven kan met bewaard gebleven DNA uit botten en kiezen de genetische code van de overledenen worden gereconstrueerd. Etniciteit, geslacht, oogkleur, lactose-intolerantie: in principe kunnen uit een compleet verkregen genoom dezelfde details gehaald worden als uit DNA van nu levende mensen. Zo doemt uit het stof weer het beeld van een persoon op. Zelfs zijn leefmilieu kan gekend worden uit aan mineraaldeeltjes gebonden DNA dat in graven en grotten onder koele en donkere condities onaangeroerd gebleven is. Net zoals nu uit water- of stofmonsters de door levende organismen verspreide cellen worden geanalyseerd, kan ook uit het oude genetische materiaal de biodiversiteit ter plekke worden afgeleid. Inclusief huisdieren, zoals honden en vlooien. Naar blijkt hadden vroeger velen ook een luizenleven.
Wetenschappers willen met behulp van gevonden oud DNA uitgestorven planten en dieren weer tot leven wekken. In de permafrost zijn goed geconserveerde overblijfselen gevonden van onder andere mammoeten. In theorie zouden ingevroren ei- en spermacellen via een reageerbuisbevruchting en een verwant draagmoederdier weer tot een jong exemplaar moeten leiden. In de praktijk is de kans dat er straks een mammoetmam met wollige baby rondloopt gering. Want hoe groter een dier, hoe groter de complicaties. Microben, bacteriën, virussen, schimmels: dat lukt wel. Maar bij vogels en zoogdieren lijkt het inbrengen van oud genenmateriaal vooreerst experimenteel het meest haalbare. Zo zou een kip tot een minidinosaurus kunnen worden omgebouwd zonder dat er een haan naar kraait.
Het uit de dood doen terugkeren van mensen blijft voor ons irreëel. Sommigen hopen dat hun bij het sterven ingevroren lijk met nieuwe techniek weer tot leven gewekt kan worden. Anderen kiezen juist voor het vernietigen van hun DNA door cremeren of resomeren. Christenen geloven dat het lichaam eens herleven zal. Dat zal niet exact dezelfde moleculen bevatten als bij het sterven. Stoffen als water en lucht recyclen we voortdurend. Zo ademen we na 2000 jaar menging in de atmosfeer nog steeds atomen in die Jezus uitblies op de discipelen toen Hij zei: „Ontvangt de Heilige Geest” (Johannes 20:22). Als we brood eten of wijn drinken, volgt evenzo uit berekening dat ons lichaam materiedeeltjes opneemt die tot het voedsel van Christus hebben behoord. Het is een dynamisch getuigenis dat de Pneuma van God zich onzichtbaar zowel fysiek als spiritueel wereldwijd verspreidt, en het leven voedt.
De moderne fysica komt steeds meer tot het inzicht dat niet materie maar informatie de basis is van de werkelijkheid en het leven. Zo leren we God kennen uit de schepping. Want informatie, ”logos”, wijst op het Woord dat alles gemaakt heeft (Johannes 1:1-5). En op de herschepping, inclusief de opstanding van de doden.
De auteur is adviserend ingenieur.