„Asielzoeker heeft baat bij internet”
Asielzoekers die terug moeten naar hun eigen land hebben baat bij moderne communicatietechnieken waardoor ze op de hoogte worden gebracht van de situatie in het moederland.
Dat stelde prof. dr. W. J. de Ridder, hoogleraar toekomstonderzoek aan de Universiteit Twente, donderdag tijdens een congres in Den Haag ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA).
Door faciliteiten als internet en e-mail kunnen vertrekkende asielzoekers snel „tientallen verhalen” uit het moederland voorgeschoteld krijgen. „Dan moet het gaan om eerlijke verhalen. Ook het verhaal van mensen die zeggen dat iemand in eigen land op de vliegtuigtrap al is doodgeschoten.”
Vertrekcentra zouden meer moeten investeren in computerruimtes waar asielzoekers informatie uit hun eigen land vinden, aldus De Ridder. Volgens de futuroloog ligt de software voor dergelijke projecten reeds klaar. Internet kent ook in de armste landen een snelle opmars. Mensen die bij bedrijven in bijvoorbeeld Sudan aan het werk gaan, betrekken hun informatie vaak al via internet, aldus De Ridder.
Zijn ideeën stuitten bij de congresgangers op de nodige bedenkingen. „Westerlingen gaan misschien internet op als ze een probleem op moeten lossen, in de Afrikaanse cultuur stappen mensen toch eerder naar hun buren of familie”, aldus een Afrikaanse vrouw. Ook historicus en beroepscynicus Maarten van Rossem had bezwaren. „Ik zie in Sudan nog niet iemand uit het struikgewas kruipen om achter de computer plaats te nemen.”
Opvang van asielzoekers in de eigen regio is beduidend effectiever dan hen hier onderdak te bieden, betoogde prof. dr. P. C. Emmer, hoogleraar geschiedenis van de Europese expansie aan de Universiteit Leiden. Door opvang in de eigen regio blijven de asielzoeker pijnlijke terugkeerperikelen bespaard. Ook krijgt Nederland minder te maken met illegaliteit.
Emmer wees erop dat het niet de „grootste zieligerds” zijn die naar Nederland komen. „Het overgrote deel van de asielzoekers heeft grote geldbedragen aan mensensmokkelaars betaald. Voor een tocht van het Verre Oosten naar de Verenigde Staten betaalt men algauw 20.000 euro. Onder de migranten zitten dan ook weinig jonge kinderen en ouden van dagen.”
In de toekomst zal het COA zich nog meer moeten toeleggen om asielzoekers die een verblijfsvergunning krijgen, verder te helpen, hield minister Verdonk (Intergratie) de jubilerende organisatie voor. „We zullen alles op alles moeten zetten om de mensen aan kennis van de Nederlandse taal, een diploma en werk te helpen.”
Als gevolg van de dalende instroom is het COA de laatste jaren drastisch gekrompen. In het topjaar 2001 bood de organisatie aan 84.000 mensen onderdak, nu zijn dat er 42.000. Verdonk herinnerde aan hectische tijden waarin het COA „met man en macht” op zoek was naar locaties om de stroom vreemdelingen een dak boven het hoofd te bieden. „Zo is er gebruikgemaakt van een leegstaand pand van het ministerie van VROM. Voor 500 mensen waren twaalf toiletten beschikbaar.”
Dat asielzoekers in ons land soms van verbazing van hun stoel rollen, bleek uit een gesproken column van Alberta Opoku, die van Ghana naar Nederland kwam. „Ouderen worden weggestopt in bejaardencentra. Ongemanierdheid van jongeren wordt uitgelegd als assertiviteit. Asociaal gedrag van volwassenen heet dan individualiteit.”