De aubade
Zijn jullie morgen wel op tijd? Ik check het nog even bij de kinderen, want ik wil niet dat we te laat komen. Ik sta erop dat ze dit zullen meemaken en net zulke mooie herinneringen opdoen als ik vroeger. De aubáde, dát was wat.
Weken oefenden we in de klas op de liederen. Het Wilhelmus natuurlijk, dat konden we al snel dromen. Het eerste en het zesde couplet. Maar ook ”Piet Hein” en ”In een blauw geruite kiel” –inmiddels niet meer geheel onomstreden– stonden steevast op het oefenblad. Zuid-Holland, waar ik ben geboren en opgegroeid, bleek een eigen volkslied te hebben. Dat werd me in de klas toch méégebruld. Toen ik later in mijn leven naar Gelderland verhuisde, zocht ik of die provincie óók een volkslied heeft. Dat was zo.
Op de bewuste morgen stond de schooldirecteur bij de vlag. Die moest natuurlijk gehesen. Groep 8 –destijds klas 6– hielp mee. Het was blijkbaar een verantwoordelijkheid die alleen de oudste kinderen aankonden.
Toen ik in de plaatselijke krant las dat er in mijn woonplaats een aubade werd georganiseerd, kwamen de herinneringen boven. Hoe kan het dat ik deze happening al die jaren heb gemist? Ik kon het niet laten om in de loop van de week alvast wat te oefenen. Via You Tube blijken al die oude liederen nog simpel te vinden. Of ik nog net zo melodieus klink als vroeger, mogen de buren beoordelen.
Eindelijk. We zijn op tijd, ruim zelfs. Elf uur begint het. Waarom zo laat? dacht ik, toen ik het tijdstip las. Een aubade is toch iets waar je alle feestelijkheden mee begint? Maar om acht uur ’s ochtends had ik de jongens toch niet meegekregen, dus is dít moment misschien wel beter.
Vijf dames staan al klaar. En de burgemeester. Maar ik zie nog maar weinig publiek. Toch besluit het groepje te starten. De burgemeester hijst de vlag. En de vijf dames zingen het Wilhelmus. Ik zing hard mee, maar krijg boze blikken van mijn zonen. Ik ben dan ook de enige die meedoet. Na twee coupletten is het hele gebeuren voorbij en loopt het publiek weg.
De grootste deceptie van de eeuw, noemt mijn man het even later. Precies zoals ik het voel. We kopen op de terugweg een tompouce. Die kreeg ik vroeger ook van míjn ouders. Laten de kinderen die dan maar als traditie onthouden.