Een woordvoerster van Solana zei donderdag dat er geen kans bestaat dat een oplossing voor de vele problemen nabij is. Solana is ook een van de geestelijke vaders van de Unie van Servië en Montenegro die in de plaats is gekomen van de Federatieve Republiek Joegoslavië. Belgrado en Podgorica liggen overhoop over de toekomst van de unie; de leiding van Montenegro streeft naar onafhankelijkheid.

De gebrekkige samenwerking met het Joegoslavië-tribunaal gooit roet in het eten van Serviërs, die streven naar toenadering tot de EU. Vice-premier Miroljub Labus en G17+, zijn partij van economische hervormers, dreigen het kabinet te verlaten en het daarmee ten val te brengen, als niet binnen een week enkele verdachten van oorlogsmisdaden worden uitgeleverd aan ’Den Haag’.

De EU bekijkt donderdag of Servië-Montenegro rijp is voor verdere toenadering tot de EU. Een voorwaarde hiervoor is verbeterde samenwerking met het VN-hof in Den Haag. Dat is met name op zoek naar de voormalige Bosnisch-Servische legerleider Mladic, naar vier andere generaals en naar de voormalige Kroatisch-Servische president Hadzic.

De advocaat Jovan Simic, de tribunaaladviseur van de Servische president Tadic, heeft donderdag aangedrongen op de arrestatie van de verdachten: „De regering moet hen oppakken. Ik denk niet dat een van hen zich tot eind januari vrijwillig overgeeft.”

Leidinggevende politici van de partij van de nationaal-conservatieve premier Kostunica blijven echter herhalen dat arrestaties niet aan de orde zijn. Kostunica was als president van Joegoslavië al gekant tegen de uitlevering van zijn voorganger Slobodan Milosevic aan het tribunaal.

Eerder deze maand liep Servië-Montenegro met zijn kwakkelende economie al financiële steun mis van de Verenigde Staten wegens zijn slechte samenwerking met het VN-tribunaal.