Een gewone koning?
De rapportcijfers voor tien jaar koningschap van Willem-Alexander zijn niet best. Verleden week werd de mening van het volk gepeild en de cijfers zijn armoedig. Zelfs de flamboyante koningin Máxima scoort slechts een magere 6,5, terwijl de koning zelf het moet doen met een 6,1.
Het begon in 2013 allemaal zo mooi. Oud-koningin Beatrix had het in de 33 jaar van haar regering uitstekend gedaan maar het werd tijd voor wat nieuws, vonden velen. Zelf was ik nog niet toe aan een troonswisseling, zeg ik maar eerlijk. En dat Willem-Alexander Koningsdag ineens ging houden op zijn eigen verjaardag en niet meer op 30 april maakte me niet enthousiaster. Een beetje meer respect voor moeder en oma had ik wel netjes gevonden. Maar goed, een mens wil niet als ouwe zeur weggezet worden en dus hebben we het daar niet meer over. En nu dat rapport zo matig is, heb ik ook wel een beetje medelijden met de koning. Want hoe je het ook wendt of keert: hij doet z’n best om een gewone koning te zijn die dicht bij de mensen staat.
En daar zit hem ook precies de pijn, vrees ik. Want hoe gewoon moet je als koning eigenlijk zijn? Prinses Beatrix heeft het in ieder geval nooit willen zijn, toen ze koningin was. Sterker: ze draaide, zo wil het verhaal, allerlei nivellerende maatregelen die haar moeder Juliana had genomen, terug. Respect voor het ambt, maar betrokkenheid op het volk. Dát wilde ze. Je zag haar hoogstens een keer bij een concert vergenoegd applaudisseren of met een kennersblik het werk van een beeldhouwer bewonderen. Maar geen gehos in een stadion of met een oranje toeter aan de mond tijdens een schaatswedstrijd. Ze moest er niet aan dénken.
Een gewone koning. Misschien moeten we maar gewoon constateren dat dat niet kan. En dat dit ook wel eens hét pijnpunt zou kunnen zijn bij Willem-Alexander, meer nog dan die domme vakantie in coronatijd. De koning is de koning. Niet je buurman of je vriend. Want die buurman heeft geen paleizen, geen vakantievilla in Griekenland en koopt geen speedboot voor miljoenen euro’s. En, voor het evenwicht: die buurman heeft ook niet dag en nacht beveiligers om zich heen, krijgt geen kritiek als hij zich wel of niet scheert, heeft geen dochters die niet normaal kunnen studeren en wordt niet afgerekend op ieder woord dat hij zegt. Oftewel: de koning is geen buurman. En laat hij dat vooral ook niet proberen te zijn.