Zeven eeuwen Joods leven in Nederland
Onbekend maakt onbemind. Met een ”Canon van 700 jaar Joods Nederland” brengen Tirtsah Levie Bernfeld en Bart Wallet een bevolkingsgroep in beeld die ook na de Tweede Wereldoorlog een plaats in de Nederlandse samenleving behield.
Dat laatste alleen al is verrassend, zegt Wallet, hoogleraar vroegmoderne en moderne Joodse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. „Bij de overlevenden heerste het idee dat de toekomst voor hen niet in Nederland lag. Toch namen ze de wederopbouw energiek ter hand. De Joodse gemeenschap is gebleven en heeft een heel divers leven opgebouwd.”
Dat gebeurde in andere West-Europese landen ook, maar daar speelde migratie een grote rol. „In Duitsland kwamen veel Joden die Oost-Europa ontvluchtten, in Frankrijk veel Joden uit de Maghreb, de koloniën in Noordwest-Afrika die zelfstandig werden. De Joodse gemeenschap in Nederland wordt echter grotendeels gevormd door families die hier al eeuwenlang leven.”
De belangrijkste momenten uit hun historie werden in 2015 ook al eens op een rij gezet. „Die canon kwam tot stand op initiatief van het Joods Maatschappelijk Werk en het Joods Educatief Centrum Crescas en was bedoeld voor intern gebruik. De oplage was snel uitverkocht doordat het boek veel cadeau werd gedaan aan jongeren die religieus volwassen werden: bar mitswa –als 13-jarige jongen– of bat mitswa – als 12-jarig meisje. „Er was veel vraag naar een Engelse versie, ook voor kleinkinderen in Israël en Amerika die het Nederlands niet meer machtig zijn. Uiteindelijk besloten we tot een geactualiseerde heruitgave in beide talen.”
Die is nadrukkelijk ook voor anderen dan de Joodse gemeenschap bedoeld. „Alle Hebreeuwse woorden leggen we uit als ze de eerste keer in de tekst voorkomen én op een lijst achter in het boek. Dat ontbrak in de vorige versie.” In de honderd vensters zijn de nieuwste onderzoeksgegevens verwerkt.
Vrouwen
Veel mensen weten wel iets over de geschiedenis van de Joden in Nederland, maar veelal zijn dat fragmenten: de Portugese Joden van Amsterdam, het Joodse socialisme en de oorlogsjaren. „Vaak is het beeld onvolledig”, zegt Wallet. „Bij de Portugese Joden wordt gewezen op hun economische succes, maar er was ook veel armoede. Daarom noemen we ook een Joodse roversbende en andere kleine criminaliteit die uit die armoede voortkwam.”
Vollediger proberen de schrijvers de beeldvorming ook te maken door aandacht te besteden aan vrouwen. „In eerdere beschrijvingen was de Joodse geschiedenis vaak een mannengeschiedenis. Verder laten we zien dat de religie een grote plaats had en heeft, maar dat daarnaast steeds meer een seculier Jodendom ontstond.”
Zendelingen
In de canon is vermeld dat theologen als Gisbertus Voetius, Antonius Hulsius en Abraham Costerus zich schuldig maakten aan vijandigheid tegenover Joden en hun godsdienst. De keerzijde is echter dat christenen uitzagen naar herstel van de Joodse natie en bekering van de Joden. „Wilhelmus à Brakel hield er in Rotterdam elk jaar op een zondag een biddag voor. Dat leidde tot een positievere houding, maar religieuze Joden zagen dat uitzien natuurlijk niet als positief.”
Messiasbelijdende Joden worden in het boek niet genoemd. „Binnen het geheel van de Joodse gemeenschap waren ze een marginaal verschijnsel”, verklaart Wallet die keuze. „In het begin van de 19e eeuw werden enkele spraakmakende figuren, zoals Da Costa, tot het protestantisme bekeerd. Tegelijk zie je dat de Engelse en Schotse Jodenzendelingen in Amsterdam totaal niet succesvol waren en zich daarom steeds meer op andere bevolkingsgroepen richtten. In de 20e eeuw waren er meer christen-Joden, maar dat kwam vooral doordat ze vanuit Duitsland –waar ze zich hadden laten dopen om beter in de samenleving te kunnen integreren– naar Nederland vluchtten.”
Antisemitisme
Integreren, dat wilden de Joden in Nederland vanaf de Franse overheersing ook. „Daarom meldden zich in 1830 buitenproportioneel veel Joden aan als vrijwilliger om de Belgische opstand neer te slaan. De wens tot integratie blijkt ook uit de overstap op het Nederlands, waardoor het Jiddisch als spreektaal binnen een eeuw verdween, op wat losse woordjes en uitdrukkingen na.”
Ondanks de wens tot integratie kregen Joden met hardnekkig antisemitisme te maken. Als voorbeeld wordt in de canon het tijdschrift De Talmudjood genoemd, dat vanaf 1890 in Meerssen werd gepubliceerd vanwege „den wassenden invloed van Israël in Limburg”. Na een regen van klachten werd de uitgever veroordeeld wegens smaad. Hij nam echter de wijk naar België en zette zijn activiteiten daar voort.
Socialisten
De canon beschrijft de hoofdmomenten uit zeven eeuwen historie. De emancipatie van het volksdeel, de Tweede Wereldoorlog, de naoorlogse wederopbouw. Maar ook de aantrekkingskracht van het socialisme op de armere Joden, terwijl de rijken het liberale gedachtegoed trouw bleven. Het zorgde voor veel intern debat.
Tegelijk leidde het niet tot kerkverlating zoals bij christenen, geeft het boek aan: „Hoewel binnen het socialisme kritiek op religies wijdverbreid was en ook het jodendom daarbij allesbehalve werd gespaard, bleven opmerkelijk veel socialistische Joden toch aangesloten bij de Joodse gemeenten. Het houden van de sjabbat en het sjoelbezoek mochten teruglopen, de overgrote meerderheid bleef zoons besnijden, Joods trouwen en Joods begraven. De kritiek op de liberale bestuurders en de orthodoxe rabbijnen mocht nog zo fel en scherp zijn, tot een definitieve breuk kwam het niet.”
Boekgegevens
”Canon van 700 jaar Joods Nederland”, Tirtsah Levie Bernfeld en Bart Wallet; uitg. Walburg Pers; 224 blz.; € 24,99