Met de herdenking wilde Schone Kleren Campagne (SKC) „de slachtoffers, overlevenden en nabestaanden van de ramp eren”. Naast een koor en meerdere sprekers gebeurde dat door een spandoek met daarop alle namen van de overledenen.

Een van de sprekers was oud-PvdA-leider en voormalig minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen. „Het was zo schokkend toen dat gebeurde”, aldus Ploumen. „Hoewel het niet het eerste ongeluk was, heeft het toen de ogen van de wereld geopend over in wat voor omstandigheden mensen in de textielindustrie werkten.”

Volgens SKC had de ramp vermeden kunnen worden als er duidelijke afspraken waren gemaakt door bedrijven van kledingmerken. Zo voldeden de fabrieken niet aan internationale veiligheidsstandaarden en werden er geen afspraken gemaakt met vakbonden over de veiligheid van werknemers.

Na de ramp hebben internationale vakbonden en bijna tweehonderd internationale kledingmerken het zogenoemde Bangladesh-akkoord ondertekend, dat nu het International Accord heet. Dat is bedoeld om de veiligheid van zo’n 2,5 miljoen arbeiders in de kledingfabrieken in Bangladesh te verbeteren. Een petitie moet grote merken als Levi’s en IKEA aansporen het akkoord ook te tekenen.

Sinds de ramp is er veel verbeterd in de fabrieken, „maar we zijn er nog niet”, aldus Ploumen. „Er gebeuren nog met enige regelmaat ongelukken, dan breekt er brand uit of zijn er problemen met machines.” Naast dat zoveel mogelijk grote merken het International Accord zouden moeten tekenen, zouden arbeiders in Bangladesh volgens haar een arbeidsongeschiktheidsverzekering moeten krijgen. „Daar wordt al jaren voor geijverd en het kan van grote betekenis zijn voor veel mensen.”