Kabinet gaat niet mee in tankvoorstel SGP’er Stoffer
Minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat van Defensie gaan niet mee in de oproep van SGP-Kamerlid Chris Stoffer om tanks aan te schaffen voor een eigen bataljon.
De bewindspersonen reageerden donderdag op de initiatiefnota die de SGP’er eind januari naar buiten bracht. Met zo’n nota kan een Kamerlid een onderwerp op de agenda zetten. Een bespreking van Stoffers nota in de Tweede Kamer volgt nog.
Het aanschaffen van tanks voor een Nederlands tankbataljon, naast het bestaande Duits-Nederlandse bataljon, was een van de aanbevelingen van Stoffer. Ollongren en Van der Maat gaan daar dus niet in mee. Dat geldt ook voor het voorstel om de aanschaf van maritieme patrouillevliegtuigen te onderzoeken. De bewindspersonen vinden dat zij „het aan Defensie toegekende budget op de juiste wijze hebben besteed”.
Ook andere aanbevelingen uit Stoffers nota kunnen niet op instemming rekenen. Als het gaat om samenwerkingsvormen op het gebied van defensie, vindt de SGP’er dat Nederland vormen met eigen beslissingsbevoegdheid moet verkiezen boven samenwerking die van hogerhand wordt aangestuurd. Ook investeert Nederland wat Stoffer betreft „met name in bescheiden samenwerkingen” op onder meer het gebied van opleidingen en instandhouding, „in plaats van aan te haken bij grote en ambitieuze projecten”. „En”, stelt Stoffer: „Den Haag beslist over de inzet van de zwaardmacht.”
Ollongren en Van der Maat nemen deze aanbevelingen niet over, met uitzondering van het laatstgenoemde punt van de SGP’er.
Helikopters
Het integreren van de 13e Lichte Brigade in een vergelijkbare Duitse eenheid, een andere oproep, is sinds kort een feit. Een andere aanbeveling ging over helikopters. Stoffer stelde voor om uitbreiding van de capaciteit daarvan te bekijken, plus de mogelijkheden tot sterkere samenwerking in Europa te bezien. De bewindspersonen zetten kort uiteen hoe zij die oproep invullen.
Stoffer vindt ook dat Nederland altijd oog moet blijven houden voor de wensen en behoeften van de eigen krijgsmacht en defensie-industrie. De bewindspersonen neemt dit deels over.