Boeren moeten de aardappelen vervangen door een zogeheten vang-gewas dat veel stikstof opneemt. Als een boer het voorschrift aan zijn laars lapt, dan mag hij het jaar erna minder stikstof gebruiken.

De agrarische sector had graag gezien dat de aardappel op de lijst van wintergewassen zou komen te staan. Deze gewassen worden pas laat in het jaar geoogst en hoeven niet door een vang-gewas vervangen te worden.

Landbouworganisatie LTO stelt dat de beslissing uit Den Haag verstrekkende gevolgen voor boeren zal hebben. „Aardappelen hebben de groei in september en oktober nodig voor een voldoende opbrengst. Het gemiddelde oogstmoment is in de afgelopen jaren ook verlaat, wat samenhangt met het veranderende klimaat.”

De overheid heeft een andere kijk op de situatie: er kan bij aardappelen die bedoeld zijn voor consumptie geen sprake zijn van winterteelt. „De oogst vindt grotendeels plaats voor of uiterlijk in oktober. Deze aardappelplanten worden voor de oogst doodgespoten, waardoor er minder stikstof wordt opgenomen dan bij het langzaam afsterven van de plant zou gebeuren. Daarom is het inzaaien van een vang-gewas nodig om achtergebleven voedingsstoffen op te nemen.”

Via mest kan stikstof in het water terechtkomen. Hoe minder stikstof, hoe beter de waterkwaliteit, redeneert Den Haag.

Het voorschrift geldt alleen voor zand en löss. Die grondsoorten houden minder goed stikstof vast dan klei- en veengrond. Ruim de helft van alle consumptieaardappelen wordt verbouwd op zand of löss.

De Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) noemt het besluit dramatisch. „De lagere opbrengst zal uiteindelijk leiden tot een deuk in het inkomen van de aardappelsector, zowel telers als verwerkers”, vreest VAVI-directeur Andries Middag.