„We hebben de luxe niet een geschikt moment voor kerkelijke eenheid af te wachten”
„We hebben de luxe niet om de geschikte tijd voor kerkelijke eenheid af te wachten. Nu is het de tijd om over kerkmuren heen te kijken.” Daar pleitten de sprekers op de jaarlijkse conferentie van het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte (COGG) donderdag voor.
Zo’n dertig predikanten en gemeenteleden uit verschillende kerken denken donderdag met elkaar na over het thema ”Vreemdelingschap en eenheid”, tijdens de conferentie van het COGG in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Bodegraven.
Ds. J. Muller, predikant van de hervormde kerk in Bleskensgraaf, opent de conferentie. Hij blikt terug op zestig jaar COGG. „Er hebben mooie ontmoetingen plaatsgevonden rondom een open Bijbel. We proeven als COGG elkaar harten en nieren en wijzen erop dat de samenwerking tussen kerken vooral van onderaf gestalte kan krijgen, vanuit plaatselijke gemeenten. En gelukkig ontstaan er lokale initiatieven.”
De predikant vergelijkt de situatie uit Haggaï 1 met de huidige situatie van kerken. „De Israëlieten bouwden mooie huizen voor zichzelf, terwijl de tempel nog in puin lag. Ze vonden het nog niet de geschikte tijd om die te herbouwen. Ook vandaag de dag zijn er allerlei redenen om te zeggen dat het nu nog niet de tijd is voor kerkelijke eenheid. Haggaï wijst echter de ware oorzaak aan: geestelijke gemakzucht en lauwheid. Zijn we zo aan onze status quo gewend dat we ons eigen huis gebouwd hebben, zonder door te hebben dat Gods huis in puin ligt? Zeggen we nog steeds dat de tijd niet rijp is, alsof de geschikte tijd ooit zal aanbreken?”
Standpunten
Ds. J.G. Schenau, christelijk gereformeerd predikant in Nunspeet, houdt een lezing over het thema ”Vreemdeling en bijwoner – vriend en metgezel”. „De Bijbel noemt vreemdelingschap en eenheid vaak in één adem. In Psalm 119 wordt ”Ik ben, een vreemd’ling hier beneên” opgevolgd door ”Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw Naam ootmoedig vrezen”. We zingen niet dat we een vriend zijn van wie hetzelfde belijden als wij, maar dat we een vriend zijn van degenen die Gods Naam ootmoedig vrezen.”
De predikant vreest dat wat waarheid genoemd wordt, geen waarheid meer is. „In plaats daarvan zijn we standpunten in gaan nemen. Ieder kerkverband krijgt dan haar eigen standpunt. De scherpte die ontstaat bij het verwoorden hiervan, past prima bij het gepolariseerde klimaat van buiten de kerk. Maar daarmee verliezen we aan vreemdelingschap, aan het niet bij de wereld horen.”
Een standpunten-eenheid lijkt ds. Schenau heilloos. Liever pleit hij voor een wandel in vreemdelingschap. „Dat kan eenheid geven. Wandelen in vreemdelingschap is achter de Heere Jezus aangaan, Zijn voetspoor drukken.”
Droevig
Ds. J.R. van Vugt, hersteld hervormd predikant in Waddinxveen, deelt in zijn lezing hoe hij zijn belijdeniscatechisanten enthousiast over de kerkgeschiedenis vertelde. Ze deelden zijn enthousiasme echter niet. „Ze vonden het maar een droevig verhaal. Een catechisant vroeg mij: „Wat gaan we doen aan deze verdeeldheid? En wat doet u eraan?””
Ds. Van Vugt deelt enkele ervaringen van kerkelijke eenheid. Toen hij predikant was in de hersteld hervormde gemeente in Kruiningen, nam hij deel aan een gebedsgroep van predikanten die in de gemeente Reimerswaal dienden. „De kerkelijke verscheidenheid was groot, maar toch voelde het voor mij als thuiskomen. Er kwam een broeder binnen, die vroeg: „Bid voor mij. Ik zit in een existentiële crisis: ik moet zondag preken, maar ik ben het totaal kwijt.” Zoiets kwetsbaars kon daar gedeeld worden. In deze gebedsgroep zochten we eenheid en vonden we die ook. Het was niet altijd makkelijk. Soms zat ik met kromme tenen als er wat gezegd werd, maar de liefde van Christus dreef ons als broeders.”
De geestelijke eenheid tussen de predikanten uit de gebedsgroep zorgde ook voor eenheid op andere gebieden, aldus ds. Van Vugt. „We herdachten als kerken samen 400 jaar Dordt en organiseerden gezamenlijke reformatieherdenkingen. Tijdens de coronacrisis stelden we als kerken een brief op die gedeeld werd met de inwoners van Kruiningen.”
Vervreemding
Ds. Van Vugt: „Het roept bij mij vervreemding op, als er gezegd wordt dat het nu nog niet de tijd is voor kerkelijke eenheid. Alsof we de tijd en de luxe hebben om te wachten op de tijd dat kerkelijke eenheid mogelijk is. Tijdens de coronacrisis had ik even de hoop dat het tij zou keren, maar we weten hoe het gegaan is. Kerken stromen leeg, discussies gaan over vragen als: moeten we verder gaan met onze beelduitzendingen of niet? Dat roept bij mij vervreemding op.”
De predikant merkt dat de vraag ”Wie is de Heere Jezus voor jou?” herkenning over kerkmuren heen oproept. „Daar kunnen we elkaar vinden. Waar dat nog meer kan, is in het gesprek over huwelijk en gezin, over jongeren en over de toerusting van gemeenteleden. We hebben de luxe niet om nog langer in deze situatie door te gaan. Laat het gevoelen dat in Christus is, ook in ons zijn, door de ander uitnemender te achten dan onszelf.”
Na de lezingen gaan de bezoekers in groepjes uiteen voor gesprek. In een terugkoppeling wordt waardering uitgesproken over kanselruil. „Van bovenaf is het onmogelijk om kerken samen te brengen, maar onderlinge contacten zijn het begin.”