Hij schrok al toen hij vorig jaar de Jeugdmonitor Zeeland onder ogen kreeg. Maar toen hij het relaas hoorde van de twee agenten die tijdens Oud en Nieuw surveilleerden op het dorpsplein in Krabbendijke, gingen de alarmseinen bij burgemeester A. Verbree definitief op rood. „Er liepen daar jochies van 13, 14 jaar die rond zes uur ’s avonds al stomdronken waren en rond middernacht nog stonden te dansen rond het vreugdevuur. Ik moest zelfs extra mensen laten aanrukken, omdat ze vervelend werden”, zegt hij.

Alcohol en Reimerswaal - steeds vaker worden ze in één adem genoemd. In december 2002 hoopte de raad van de gemeente Reimerswaal de problematiek te kunnen indammen met een horecaconvenant. Het initiatief daartoe werd genomen door SGP-raadslid J. P. Sinke. Afspraken uit het convenant hadden onder andere betrekking op vervroegde sluitingstijden. Jongeren die bij het betreden van cafés al stomdronken waren, zouden door attente kroegbazen worden geweerd.

Toch bracht het convenant niet wat de gemeente ervan had gehoopt. „Woensdagavond hebben we in de raad opnieuw onze verontrusting uitgesproken”, zegt Verbree.

Wat is er misgegaan?
„De horecaondernemers hebben ons laten weten dat ze zich niet als de enige verantwoordelijke partij zien. Zij zijn alleen bereid tot actie als er meerdere partijen meedoen. Daarom zijn we na december 2002 ook gesprekken aangegaan met politie, gemeente en het Zeeuws Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (ZCAD), dat inmiddels onderdeel is van de psychiatrische instelling Emergis.

Tijdens die gesprekken kregen we signalen vanuit het Calvijn College in Krabbendijke. Ook de leerkrachten daar constateerden een probleem. Die constatering werd definitief bevestigd in de vorig jaar verschenen Jeugdmonitor Zeeland. Daaruit bleek dat de consumptie van genotsmiddelen onder jongeren het hoogst is in de gemeente Reimerswaal.”

Wat kan de gemeente doen, nu het convenant is mislukt?
„Als ik hoor dat jongeren van 13 al rond zes uur dronken zijn, denk ik: Dat moeten hun ouders bij hun thuiskomst toch merken? Het betrekken van de ouders bij dit probleem is nu dus een van de prioriteiten, want blijkbaar is dit ook een opvoedprobleem. Beleg ik echter een gespreksavond voor ouders, dan komt er niemand opdagen. Ouders denken dat het in hun gezin of in het geheel niet aan de orde is, of slechts incidenteel een rol speelt. Die beeldvorming moeten we met man en macht veranderen. Daarbij worden ook de kerken ingezet.”

En de horecaondernemers?
„Nu het overleg is verbreed tot meerdere partijen gaan wij opnieuw met de horeca om tafel. Maar ook de sportkantines komen aan de beurt. Als gemeente zijn wij bevoegd tot het maken van eenzijdige afspraken met kantinebeheerders. Die bevoegdheid gaan we binnenkort gebruiken.”

U had zich uw laatste maanden vast anders voorgesteld?
„Het is niet anders. Maar als ik er nú hard mee aan de slag ga, vergroot ik de kans dat mijn opvolger straks met een schone lei kan beginnen.”