„Ziet des Heeren oog is over degenen, die Hem vrezen, op degenen, die op Zijn goedheid hopen.”

Wat u met Gods beloften gedaan hebt vanaf uw jeugd, dat moet u zwaar op het hart drukken. In het bijzonder hoe ondankbaar u geweest bent voor al Zijn goedheid! Maar nu is het Zijn raad, dat Hij de volkeren overhoop werpt, en u daarbij. Houdt u toch nu vast aan Zijn Woord van genade! Bij al het bloedvergieten denk aan het bloed van Jezus Christus. Bij al de kogels die komen aanfluiten, denk aan Zijn genade. Denk daaraan: „Ik ben het eigendom van de Heere Jezus Christus met lichaam en ziel!”

Op welke grond? Die in u gelegen zou zijn? Ja, u hebt gehoord, dat u zich moet bekeren; maar wie slaat daar acht op? U hebt gehoord: „Wie niet van Boven geboren is, komt niet in het Rijk Gods en kan het niet eens zien”. Maar hebt u er nu tijd voor om u te bekeren? Wanneer u nu morgen of overmorgen uittrekken moet (ten oorlog), hebt u er nog tijd voor? Op het ogenblik drukt droefheid ons neer. Maar mogen wij dan niet het Woord van de Heere Jezus aangrijpen? Bent u niet een mens? Hebt u niet lichaam en ziel te verliezen? Sluit Hij u dan uit? Heeft Hij ooit tot u gezegd: „Ik houd niet van u?” Of roept Hij u niet in het oor en het hart: „Komt allen tot Mij”?

H.F. Kohlbrugge, predikant te Elberfeld

(”Van oorlog en vrede, 1940)

De meditaties zoals die sinds 14 april verschenen, waren niet van de Engelse predikant John Owen, maar van dr. H.F. Kohlbrugge (1803-1875), predikant te Elberfeld. Ze verschenen eerder in de bundel ”Van oorlog en vrede”, met tien preken uit de jaren 1859 en 1870/1871.