Dat heeft ds. G. de Fijter, vice-voorzitter van het moderamen van de Protestantse Kerk, woensdagavond desgevraagd bevestigd. Ds. De Fijter wil niet zeggen wie de bedreigde predikant is. „Hij heeft de anonieme brief gekregen omdat hij zich niet verzet heeft tegen de komst van de Protestantse Kerk. De bewuste collega heeft, diep geraakt, mij gebeld en heeft daarna het voorval bij de politie gemeld. Die is nu op zoek naar de dader.”

Ds. De Fijter, zelf predikant van de hervormde gemeente in Kampen, zegt het feit bewust gemeld te hebben in zijn maandelijkse column in het Centraal Weekblad. „Zelf word ik al maandenlang met allerlei mails en brieven bestookt. Soms anoniem, soms ondertekend. Dat probeer ik te verdragen met Gods hulp. Ik wil niet dramatisch doen, maar zo is het. Maar nu een collega van me bedreigd wordt door middel van zo’n poederbrief, waarin nadrukkelijk verwezen wordt naar Pim Fortuyn en Theo van Gogh, zeg ik: Dit moet nu stoppen.”

De Kamper predikant zegt „ontzettend veel verdriet” te hebben van de manier waarop kerkmensen rond de scheuring van de kerk met elkaar omgaan. „De hatelijke mails en brieven die ik krijg, raken me diep. Maar nu er zo’n poederbrief opduikt, is de maat vol. Dat moeten we niet meer stil willen houden. Het is erg dat het in de kerk zo toegaat. Juist daar weten we toch, of moeten we weten, dat onze gebeden verhinderd worden wanneer haat en bitterheid het in ons leven voor het zeggen krijgen.”

In zijn column in het Centraal Weekblad spreekt ds. De Fijter over „slijtage van het fatsoen.” „We leven als christelijke gemeente midden in de tijd en we merken dat de verharding die we in de wereld zien ook z’n intrede doet in de kerk. Natuurlijk weten we dat de wereld ten diepste in ons aller hart leeft, maar dit mag zo niet. Er mogen grondige verschillen van mening zijn. Daar kun je met elkaar over praten. Maar de bedreigingen en de scheldpartijen moeten echt stoppen. Dat is tot grote schade van alle betrokkenen. En het dient de zaak des Heeren zeker niet.”