Veerman maakte zijn plan ”Investeringsstimulans Jonge Landbouwers” woensdag bekend in Emmeloord op de Agrifirm Jongerendag.

Dit plan bevat een lijst eisen waaraan een jonge boer moeten voldoen om het subsidiegeld in de wacht te slepen. Zo mag hij niet ouder zijn dan 40 jaar en moet het bedrijf korter dan drie jaar in zijn handen zijn. Het geld moet worden gebruikt om een nieuwe stal, tractor of andere landbouwmachine, een installatie of grondaankoop te bekostigen. Veerman wil de komende maanden met het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) overleggen over de invulling van de precieze voorwaarden. Het NAJK kan zich goed vinden in het plan.

In de Tweede Kamer spande met name de SGP zich al sinds 2000 in om een subsidieregeling voor startende agrariërs van de grond te krijgen. SGP-fractievoorzitter Van der Vlies is dan ook „blij dat het eindelijk zover is.” Hij ziet de regeling als „een duidelijk signaal van de overheid dat ze achter jonge boeren blijft staan.” De 20 procent die Veerman meebetaalt aan investeringen, noemt hij een „substantieel percentage.”

De minister stelt de komende twee jaar 10 miljoen euro beschikbaar. Dat bedrag kan door de EU worden verdubbeld. Onzeker is nog of er genoeg geld is. Wanneer meer subsidieaanvragen worden ingediend dan waarvoor geld beschikbaar is, moet loting beslissen wie het geld krijgt. Mocht het zover komen, dan wil Van der Vlies daar wat aan doen. Hij vindt dat er bij overschrijding extra geld vanuit de overheid moet komen. „Er is nu een goede regeling en dan moeten we niet weer op de bodem van de schatkist stuiten.”

De SGP is ook beducht voor administratieve rompslomp. De partij hoopt dat in de uitwerking van de regeling niet te veel drempels komen die jonge boeren kunnen belemmeren van de subsidie gebruik te maken.