Inspectie: scheiding schone en vuile endoscopen soms lastig
Ziekenhuizen en particuliere klinieken hebben de veiligheid van het gebruik van flexibele endoscopen, die patiënten via de anus of mond krijgen ingebracht krijgen voor onderzoek en behandeling, over het algemeen goed voor elkaar, maar het kan soms toch nog wat beter. Dat zegt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Na gebruik wordt de endoscoop gereinigd, gedesinfecteerd en gedroogd voor toepassing bij een andere patiënt. „Ziekenhuizen en particuliere klinieken hebben dit proces op hoofdlijnen goed op orde. Maar 100 procent zekerheid bestaat niet”, aldus de inspectie. „Bij meerdere zorgaanbieders zijn de inrichting en transportlijnen onvoldoende om schoon en vuil goed te kunnen scheiden. Daardoor is er een potentieel risico op besmetting van een gedesinfecteerde endoscoop”, waarschuwt ze.
„Verder zijn de routinematige controles van de apparatuur niet bij alle zorgaanbieders op orde”, zo wordt in de rapportage geconstateerd. De inspectie keek bij twaalf ziekenhuizen en bij vijf particuliere klinieken. Alle zeventien bezochte zorgaanbieders voeren endoscopieën uit voor maag-, darm- en leverdiagnostiek en -behandeling én in verband met het bevolkingsonderzoek darmkanker.
De organisatie betitelt het gebruik van endoscopen als een „grote gezondheidswinst voor patiënten”. De inspectie heeft er ook zeker vertrouwen in dat alle ziekenhuizen en particuliere klinieken eraan werken om het proces van reinigen, desinfecteren en drogen van de flexibele endoscopen volgens de voorschriften uit te voeren, te controleren en te borgen. „Maar zelfs als dit proces optimaal wordt uitgevoerd, blijft er toch altijd een infectierisico bestaan. Daarom blijft de inspectie het belang van continue kwaliteitsbewaking en -verbetering benadrukken”, aldus de organisatie.