Waterbouwers werken aan plannen voor zeespiegelstijging na 2100
Nederland moet misschien wel een tweede kustlijn aanleggen in zee om de zeespiegelstijging na 2100 te kunnen weerstaan. Landuitbreiding is een van de oplossingen voor de klimaatbestendige inrichting van het land, waarover bestuurders, waterbouwers, ingenieurs en technici dit jaar gaan nadenken. Twintig partijen werken samen in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en komen naar verwachting aan het eind van het jaar met resultaten, aldus een woordvoerster van Deltacommissaris Peter Glas.
Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging is een onderdeel van het Deltaprogramma, dat Nederland moet beschermen tegen overstromingen. In 2019 zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris gestart met onderzoeken naar de gevolgen van de zeespiegelstijging voor Nederland. Er zijn nu drie consortia gevormd, die elk al gemaakte plannen en ideeën verder gaan berekenen. Zij moeten met een beeld komen van wat technisch, fysisch en ruimtelijk wel of niet mogelijk is.
Volgens de meest actuele wetenschappelijke gegevens staat de zeespiegel langs de Nederlandse kust in 2100 30 centimeter tot 1,2 meter hoger dan nu. Als het ijs van Antarctica sneller smelt kan de zeespiegel in 2100 met 2 meter zijn gestegen en nog verder doorstijgen. In het kennisprogramma worden de effecten van een zeespiegelstijging tot aan 5 meter bekeken.
De onderzoeksteams werken drie oplossingsrichtingen uit. „Zeewaarts” is de optie dat het land uitgebreid wordt in zee met een tweede kustlijn. „Meebewegen” gaat uit van het aanpassen van het land door ophogingen en aangepast bouwen, bijvoorbeeld op palen of drijvend. „Beschermen” betekent dijken versterken, zand opbrengen op de stranden en rivierarmen afsluiten met dammen en stormvloedkeringen. Overtollig water wordt dan weggepompt.
De consortia komen ook met aanbevelingen over stappen die nu al nodig zijn om straks veilig te zijn tegen de stijgende zee. Dat is van belang voor onder andere woningbouwplannen die nu gemaakt worden en voor grote projecten zoals de energietransitie.