De bewoners willen dat grondeigenaar BV De Dikkenberg de bosrijke omgeving van het pand weer in de oude staat terugbrengt.

Volgens de kopers heeft De Dikkenberg hun bij de aankoop voorgehouden dat er op het aangrenzende perceel een vakantiewoning zou komen, net zoals dat aan de andere zijde van het pand het geval is. Toen in september vorig jaar opeens in hoog tempo alle bomen op het bewuste perceel en ver daarachter gekapt werden, rezen er de familie twijfels over die belofte. De twijfel werd er niet minder op toen vervolgens de grond werd geëgaliseerd. Korte tijd later bleek hun huis uit te kijken op een camping.

De familie wil dat De Dikkenberg stopt met de ontwikkeling van het campingterrein op het aanpalende perceel en dat de bosrijke omgeving wordt hersteld. De eisers hebben 700.000 euro in het pand geïnvesteerd en zeggen dat ze dat zeker niet gedaan hadden als ze hadden geweten wat hun boven het hoofd hing. Ze stellen bovendien dat De Dikkenberg heeft getoond lak te hebben aan de natuur en aan de gemeenteregels door zo in het gebied huis te houden. „Het is een ramp, alle bomen zijn weg”, verzuchtte de advocaat van de familie.

Volgens De Dikkenberg is daarentegen helemaal niet toegezegd dat het verkavelingsplan zo zou worden uitgevoerd als de eisers beweren. „Ze stellen veel, maar bewijzen niets”, aldus de advocaat van de gedaagde partij. Volgens de raadsman wist de familie van meet af aan dat hun huis in een bungalowpark op een camping met chalets kwam te staan. „Maar nu die te dichtbij komen beginnen ze te protesteren”, zei hij geërgerd.

De rechter liet doorschemeren dat hij zich toch wel kon voorstellen dat de kopers dit panorama niet voor ogen hadden toen ze tot de aankoop besloten. Vervolgens vroeg hij of de partijen er zelf nog uit dachten te komen. Deze besloten echter een beslissing van de rechter te vragen. De rechter doet op 1 februari uitspraak.