„Britse legertop wist van mishandeling”
De leiding van het Britse leger in Irak was al op de hoogte van de mishandeling van gevangenen lang voordat het schandaal via de pers uitlekte.
Dat heeft een getuige woensdag verklaard in het proces tegen drie soldaten die voor de krijgsraad terechtstaan wegens het mishandelen van gevangenen op een basis bij Basra.Volgens de getuige, militair advocaat Nicholas Mercer, zijn er in de maanden voordat het schandaal uitlekte verscheidene malen signalen naar de legertop gestuurd dat gevangenen slecht behandeld werden en dat de situatie uit de hand dreigde te lopen als er niet werd ingegrepen. Mercer stelt dat het mishandelen van gevangen in enkele gevallen zelfs plaatsvond op bevel van de commandant van het detentiecentrum bij Basra om het plunderen in Zuid-Irak hardhandig de kop in te drukken.
Soldaten zouden onder meer opdracht hebben gekregen om gedetineerden „hard te laten werken.” De vrijheid die de soldaten daarbij kregen, zou later zijn uitgemond in het mishandelen en vernederen van (naakte) gevangenen. De harde aanpak van gevangenen is volgens Mercer vervat in een memo, waarin de aanpak de naam ”Operatie Ali Baba” meekreeg.
Een van de drie Britse soldaten die op een Britse basis in Duitsland terechtstaan voor de gebeurtenissen in Irak heeft dinsdag schuld bekend aan de mishandeling van ten minste één gevangene. De twee anderen ontkennen schuld.
De Britse premier Tony Blair heeft de mishandeling van gevangenen in Irak woensdag nogmaals veroordeeld. „Ik walg van de foto’s die daarvan zijn gemaakt”, zei Blair in het Lagerhuis, maar de premier benadrukte dat de overgrote meerderheid van de 65.000 Britse militairen in Irak hun rol vervullen „op een manier waar we trots op kunnen zijn.”
De oppositie voelde Blair woensdag aan de tand over het schandaal. De leider van de Conservatieven, Michael Howard, noemde de hele affaire „een schande voor het land”, die niet representatief is voor „het karakter van onze strijdkrachten.”