Rechter geeft fiscus meer tijd voor besluit over toeslagenouders
De rechtbank Midden-Nederland geeft de Belastingdienst langer de tijd om een besluit te nemen over de schadevergoeding voor de zogenoemde toeslagenouders. Daarmee wordt de hersteloperatie van de toeslagenaffaire eerlijker, stelt de rechter. Het lukt de Belastingdienst niet om binnen de wettelijke termijn een beslissing te nemen over de schadevergoeding die ouders krijgen. Daarom stappen veel ouders naar de rechter.
Namens de Belastingdienst voert de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) de hersteloperatie uit voor ouders die slachtoffer zijn geworden van de toeslagenaffaire. De organisatie beslist over de schadevergoeding die zij krijgen. Maar ouders moeten lang wachten op een besluit. Volgens de UHT lukt het momenteel in geen geval om op tijd te beslissen en zal die situatie ook nog wel even zo blijven.
Ouders kunnen naar de rechter stappen als een besluit te lang op zich laat wachten. Die legt dan een nieuwe beslistermijn op van twaalf weken. De grote aantallen zaken die slachtoffers aanspannen waren voor de rechter de reden om de UHT te ondervragen. Dat gebeurde eind maart tijdens een zitting over vier zaken.
Ouders die naar de rechter stappen, krijgen van de UHT voorrang op ouders die dat niet doen. Die moeten dus nóg langer wachten, ziet de rechter. Bovendien kost het procederen de UHT weer extra tijd. Al met al wordt het hele proces dus juist vertraagd. „Als iedereen beroep instelt vanwege niet tijdig beslissen, dan merkt de UHT alle zaken als urgent aan”, concludeert de rechtbank. „En als alle zaken urgent zijn, dan is geen enkele zaak urgent meer.”
Daarom krijgt de UHT van de rechtbank Midden-Nederland nu standaard de tijd tot 1 juli 2024, in plaats van twaalf weken. De nieuwe termijn geldt voor alle gedupeerde ouders die een procedure hebben lopen of nog starten bij de rechter. De termijn komt overeen met de planning van de UHT voor de ouders die niet procederen. In feite wordt procederen daarmee zinloos gemaakt. „Dit is eerlijker voor de groep van gedupeerden als geheel”, zegt de rechtbank.