Rutte wacht zwaar debat, nu Kamer enquêterapport Groningen onderschrijft
Premier Rutte zal op z’n minst opnieuw door het stof moeten, nu de Tweede Kamer het harde oordeel van de parlementaire enquêtecommissie over de Groninger gaswinning overneemt.
De veiligheid van Groningers was jarenlang stelselmatig ondergeschikt aan economische en financiële belangen. Dat concludeerde de commissie eind maart. Sinds donderdag is het ook de overtuiging van de Tweede Kamer. Een door de VVD ingediende motie, waarin dat harde oordeel werd verwoord, werd na twee dagen debatteren onderschreven door alle fracties, met uitzondering van SP, FVD, Groep Van Haga, BBB, BIJ1 en Kamerlid Omtzigt.
Het kabinet, met premier Rutte voorop, moet zich dus opmaken voor een stevig debat dat ergens in mei zal plaatsvinden. Een exacte datum is nog niet bekend.
De Kamer nam ook de aanbeveling over dat het kabinet een „ereschuld” heeft in te lossen aan Groningen, nog los van de al bestaande aansprakelijkheid van de staat voor de schade als gevolg van de door de gaswinning veroorzaakte aardbevingen.
Te laat
Over premier Rutte schreef de commissie dat hij pas laat doordrongen raakte van de ernst van de problemen en niet voor de Groningers deed wat van hem mocht worden verwacht. Die vaststelling ging meerdere Kamerfracties niet ver genoeg. Zij vroegen de commissie alvast een politiek oordeel over Ruttes optreden te geven. Dat ging voorzitter Tom van der Lee (GroenLinks), die namens de commissie het woord voerde, te ver. „Politieke oordelen en oordelen die inleidend zijn op of leiden tot politieke consequenties moet je niet van een parlementaire enquêtecommissie vragen”, stelde hij donderdag.
Van der Lee waarschuwde dat die handelwijze het werk van toekomstige enquêtecommissies weleens onmogelijk zou kunnen maken. „Zij moeten zich puur richten op waarheidsvinding, ongeacht de politieke kleur van de Kamerleden die deel uitmaken van een commissie.”
Overigens bestreed Van der Lee dat de commissie zich in het rapport nogal mild over Rutte zou hebben uitgelaten, zoals onder anderen ChristenUnie-Kamerlid Nico Drost suggereerde. De commissie heeft vastgesteld dat Rutte waar het ging om de ernst van de aardbevingsproblematiek het dossier lang op zijn beloop liet en vervolgens naliet in te grijpen, waar dat „wel op zijn plek” was geweest. In die formulering zit wel degelijk een oordeel, vindt de voorzitter, al is het „geen politiek oordeel”.
Verwijtbaar
Ten aanzien van voormalig economieminister Henk Kamp gaat de commissie wel een stap verder. Hij schoot volgens het rapport „ernstig en verwijtbaar tekort”. Onder Kamps bewind werd de Kamer stelselmatig verkeerd en onvolledig geïnformeerd over de mogelijkheden om de gaswinning uit Groningen te verminderen, zonder dat het land in de kou kon komen te zitten.
Als het aan de Kamerleden Nijboer (PvdA) en Mulder (CDA) had gelegen, had ook dat oordeel nog wat scherper gemogen. Zij omschreven de handelwijze van onder anderen Kamp als „bedrog”. Als de Kamer iets heeft toe te voegen aan de constateringen in het rapport kan dat, „maar dan zou ik dat doen in het debat met de regering”, zei Van der Lee daarop.
Stikstofinjecties
In het debat met de commissie opperden enkele rechtse partijen, waaronder Groep Van Haga, dat de gaswinning in Groningen met behulp van geavanceerde technieken, zoals bijvoorbeeld stikstofinjecties, kan worden voortgezet. Van der Lee betwistte dat. Hij benadrukte tegenover de Kamer dat het Groningenveld naar schatting honderden breuklijnen kent. Tussen onderdelen van het veld kunnen drukverschillen ontstaan en „langs de breuklijnen bouwt spanning op”, legde hij uit. Bovendien moeten er nieuwe putten worden geboord en gaat het injecteren van stikstof juist gepaard met nieuwe seismiciteit: het bewegen van de aardkorst.
Van der Lee benadrukt ook dat de NAM en diens moederbedrijven, de Staat én het Staatstoezicht op de Mijnen, al naar de techniek hebben gekeken maar deze hebben afgewezen. „De oliemaatschappijen zelf wilden zich niet aan zo’n operatie wagen omdat het te weinig zou opleveren. Mede daardoor zag de commissie geen reden om op dit onderwerp aanbevelingen te doen”, aldus Van der Lee.
Hij voegde daaraan toe dat het achteraf misschien goed was geweest als de commissie daar in het rapport nog meer aandacht aan hadden besteed. „Maar dan waren we écht over de 2000 pagina’s gegaan”, zo hield hij de Kamer voor tijdens het debat. De commissie gaf in haar rapport juist aan dat het de morele verplichting is van het kabinet om uiterlijk in 2024 het gasveld te sluiten.