Provincie Zuid-Holland: aanbevelingen OVV ondersteunen beleid
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland spreken van „waardevolle observaties en opmerkingen” van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) over de gezondheid van omwonenden van chemiebedrijf Chemours (voorheen DuPont) in Dordrecht. In een brief aan de Statenleden schrijven de verantwoordelijk gedeputeerden Frederik Zevenbergen en Meindert Stolk dat ze de conclusies en aanbevelingen zien als een ondersteuning van hun beleid „om emissies zo strikt mogelijk te vergunnen”.
Volgens de gedeputeerden heeft de provincie de afgelopen tien jaar veel geïnvesteerd als het gaat om vergunningverlening, toezicht en handhaving. Tegelijkertijd wijzen ze op een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die eind vorige maand oordeelde dat Chemours zich toch niet aan strengere regels over de uitstoot van bepaalde stoffen hoeft te houden. Gedeputeerde Staten hebben ten onrechte een strengere milieuvergunning opgelegd aan het bedrijf, luidde het vonnis. „Mede op grond daarvan heeft de rechtbank enkele namens Gedeputeerde Staten genomen vergunningsbesluiten om de emissies van Chemours nog verder te minimaliseren vernietigd.” Gedeputeerde Staten zijn tegen deze uitspraak in beroep gegaan.
De gedeputeerden zeggen verder dat de afgelopen jaren is gewerkt aan het bevorderen van de samenwerking met en tussen de vijf Zuid-Hollandse omgevingsdiensten. „De onderzoeksraad ziet dit ook terug.” Zevenbergen en Stolk schrijven dat ze over enkele weken met een nadere reactie komen op de aanbevelingen van de onderzoeksraad.
De DCMR Milieudienst Rijnmond, die werkt voor de provincie Zuid-Holland en dertien gemeenten in de regio Rijnmond, zegt in een reactie de raad „erkentelijk” te zijn „dat zij dit belangrijke onderwerp diepgaand hebben onderzocht”. De DCMR, die door de OVV ook in het rapport werd genoemd, zegt de conclusies van het rapport „ter harte” te nemen en de aanbevelingen uit te voeren.