Binnenland
OM eist 11 jaar celstraf fatale steekpartij Beverwijk

Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag voor de rechtbank in Haarlem elf jaar gevangenisstraf geëist tegen een 48-jarige man uit Beverwijk, die vorig jaar januari in een pand in zijn woonplaats een medebewoner met messteken om het leven bracht. Het slachtoffer „haalde het ene moment nog een biertje, een minuut later werd hij uit het leven gestoken”, aldus de aanklaagster.

ANP

Het fatale incident had in de nacht van vrijdag 7 op zaterdag 8 januari plaats in een pand aan de Kloosterstraat in Beverwijk. Tussen verdachte Ali D. en de medebewoner was al langer sprake van spanningen, met name vanwege de geluidoverlast die het slachtoffer ’s nacht zou hebben veroorzaakt. D. zou daarbij al eerder hebben gedreigd met een mes. „Ik steek hem nog een keer neer”, zou D. hebben gezegd. Ook zouden de twee al eens met elkaar op de vuist zijn gegaan.

In de bewuste nacht ging het mis toen het slachtoffer en D. elkaar rond 04.00 uur troffen bij de kameringang van een andere bewoner, met wie het slachtoffer had afgesproken nog een biertje te gaan drinken. Bij de deur ontstond een vechtpartij, waarbij D. klappen kreeg en het slachtoffer in korte tijd zevenmaal werd gestoken. Drie steekwonden waren dodelijk, twee ervan waren 17 centimeter diep. „Er moet met enorme kracht zijn gestoken”, aldus de officier van justitie.

D. verliet na het geweldsincident direct het gebouw. Een dag later werd hij aangehouden op de luchthaven van Düsseldorf in Duitsland. Hij heeft ontkend op de vlucht te zijn geslagen en aangegeven dat het latere slachtoffer hem zonder aanwijsbare reden aanviel. „Hij begon te trekken, te duwen en te slaan. Ik heb alleen mijzelf verdedigd. Hij heeft zichzelf vermoord. Ik ben onschuldig, ik ben het slachtoffer”, aldus D. De strafeis noemde hij „schaamteloos”.

Volgens de officier is er echter niets dat op zelfverdediging wijst. De eigen verklaringen van D. daarover zijn „wisselend en warrig”, stelde ze. Daarnaast duiden zijn vluchtgedrag, verklaringen van getuigen en camerabeelden op iets heel anders. „Ik zie geen noodweer, maar opgekropte irritatie”, sprak ze. Van een duidelijk, vooropgezet plan was volgens haar echter geen sprake. „Het is niet zo dat hij het slachtoffer doelbewust heeft opgewacht om zijn kans te pakken.”

De advocaat van D. vond dat zijn cliënt vrijuit moet gaan. Volgens hem was wel degelijk sprake van zelfverdediging.

De rechtbank doet 25 april uitspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer