De koning en zijn tegenpool
Twee keer zei ze ”nee”. Na de derde aanzoek was het ”ja”. Elizabeth Bowes-Lyon werd de echtgenote van de Britse prins Albert. En onverwacht ook koningin.
Sally Bedell Smith schreef lijvige biografieën over koningin Elizabeth II en –toen nog– prins Charles. De bijna 75-jarige Amerikaanse journaliste voegde er nu een boek over Elizabeths ouders aan toe: ”George VI en Elizabeth”. Met als ondertitel: ”Het huwelijk dat de Britse monarchie redde”. Tegelijk met de Engelse versie verscheen een Nederlandse vertaling, 672 pagina’s dik.
Zo veel aandacht is die periode volgens de auteur wel waard: „De vijftig jaar die de opgewekte koningin-moeder –geliefd bij het Britse volk en over de hele wereld– als weduwe heeft geleefd, hebben het succesvolle en gelukkige huwelijk dat bijna dertig jaar heeft geduurd en waar dit boek over gaat overschaduwd.”
Torenkamers
George VI, dat was de naam die prins Albert uit zijn doopnamen koos bij zijn troonsbestijging in 1936. Als eerbetoon aan zijn vader, en dat ondanks het feit dat hij aan die vader veel nare herinneringen had. In dit boek wordt het allemaal diep uitgespit: Alberts leven, en dat van zijn vrouw Elizabeth. Hoe die levens samenvloeiden, en weer werden gescheiden toen koning George in 1952 nog onverwacht overleed. Zijn weduwe werd koningin-moeder. Ze stierf in 2002 op 101-jarige leeftijd.
Hun oudste dochter, Elizabeth II, gaf Bedel Smith toestemming in de familiearchieven te grasduinen. De koningin heeft de publicatie van het boek over haar ouders niet meer meegemaakt.
De auteur bracht drie maanden door in Windsor Castle en ook enkele dagen in Glamis, het Schotse kasteel waar koningin-moeder Elizabeth opgroeide. „Het was elke dag weer een uitdaging om in de archieven in Windsor te komen. Met een rugzak om moest ik meer dan honderd middeleeuwse stenen traptreden beklimmen, wat gelijkstaat aan tien verdiepingen. Ik nam mijn lunch mee, zodat ik die klim niet nog een keer hoefde te maken. De beloning bestond uit een gezellige, rustige en efficiënte studiezaal boven in de ronde toren. Om in Glamis (spreek uit als Glahms) te komen, moest ik van Londen naar Edinburgh vliegen, anderhalf uur rijden en een soortgelijke trap naar boven beklimmen. De ruimte in het arendsnest van Glamis was rommelig en nauwelijks verwarmd, maar ook daar vond ik een schat aan brieven en andere documenten, de meeste handgeschreven.”
Verwond gezin
Elizabeth Bowes-Lyon groeide op in het grote gezin van de graaf en gravin van Strathmore. De rijkdom hield het leed niet buiten de deur. Toen Elizabeth 11 jaar was, overleed haar 24-jarige broer aan een hersentumor. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam een broer om het leven, een andere broer raakte gewond, twee andere broers liepen in de loopgraven psychische schade op.
Elizabeth en haar moeder waren dag na dag bezig in de zorg voor gewonde en getraumatiseerde soldaten. „Ze zagen overal om hen heen verbrijzelde borstkassen en wervelkolommen en doorboorde longen. De tiener toonde compassie die gepaard ging met niet-aflatende vrolijkheid, kwaliteiten waarmee ze haar toekomstige echtgenoot ook altijd tot steun was. Ze leerde ook haar blik van problemen af te wenden en sombere gedachten achter haar bruisende verschijning te verbergen.”
Zelfvertrouwen
Bertie, heette George VI voordat hij in 1936 troon en kroon overnam van zijn broer Edward VIII omdat die wilde trouwen met de gescheiden Amerikaanse Wallis Simpson. In één zin schildert de auteur Edwards „uitspattingen, het rokkenjagen en zijn slechte karaktereigenschappen, waaronder egoïsme, narcisme, dubbelhartigheid en gebrek aan loyaliteit”.
Bertie zag er als een berg tegenop om koning te moeten zijn. Zijn spraakprobleem, waar zijn hardvochtige opvoeding geen goed aan had gedaan, speelde daarin een grote rol.
Als kind was Bertie verlegen. Hij had weinig zelfvertrouwen en was vaak somber en boos. Het klimaat thuis werkte dat in de hand. Over zijn vader weet Bedell Smith weinig goeds te zeggen: „Koning George V domineerde alles en iedereen, met zijn hoge eisen aan goede manieren, zijn scherpe kritiek, norse gedrag en lichtgeraakte aard. Wanneer hij niet op fazanten-, eenden- of patrijzenjacht was, trok hij zich terug in zijn kleine en schaars verlichte bibliotheek in een van de hoekruimtes op de begane grond van York Cottage op landgoed Sandringham in Norfolk, waar de koninklijke familie drieëndertig jaar heeft gewoond. Daar las hij zijn officiële stukken en hield hij zich bezig met zijn omvangrijke postzegelverzameling. Werd je naar de bibliotheek geroepen, dan wist je dat je ervanlangs kreeg.”
Zijn vrouw bood hem onvoldoende tegenwicht. „Ze kon haar kinderen maar deels tegen het venijn en de standjes van haar man beschermen.”
Tegenpolen
Voor een prins die in zo’n onderdrukkende omgeving opgroeide, kon de opgewekte Elizabeth Bowes-Lyon veel betekenen. Albert moest echter vele uren op haar inpraten voordat ze zijn aanzoek aanvaardde. Van haar kant kwam de liefde later pas, volgens de reconstructie die Bedell Smith geeft. „Terwijl Albert schuchter was, was Elizabeth uitbundig, terwijl hij onbeholpen en onzeker was, was zij moeiteloos zelfverzekerd, en tegenover zijn formele manier van doen stond haar spontaniteit en ongedwongenheid. Toch bleken ze heel goed bij elkaar te passen. Ze waren beiden integer, eerlijk en loyaal en die eigenschappen waren gekoppeld aan een diepgeworteld plichtsgevoel.” Eigenschappen die later ook aan hun dochter Elizabeth II werden toegeschreven in de meer dan zeventig jaar dat ze vorstin van het Britse rijk was.
Over Georges koningschap is Bedell Smith heel positief: „Met wilskracht en vastberadenheid ontpopte hij zich tot een uitzonderlijk leider.”
Geteisterd paleis
De Tweede Wereldoorlog zette een stempel op de vijftien jaren dat George VI op de troon zat. Via zijn dagboeken is het van stap tot stap te volgen. Al lezend raakte auteur Bedell Smith onder de indruk „van de intelligentie en het gezond verstand van de koning, die maar al te vaak werden onderschat. Uit zijn dagelijkse aantekeningen blijkt zijn vriendschappelijke en vertrouwelijke relatie met Winston Churchill, zijn premier tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij kon overweg met de overweldigende persoonlijkheid van Churchill en voelde zijn nogal eens wisselende stemmingen goed aan.”
Hitler had het op koning George gemunt. Negen keer troffen Duitse bommen Buckingham Palace. Drie van die keren was het Britse koningspaar daar aanwezig, want ondanks het gevaar bleven ze doorwerken in de Britse hoofdstad. Een van die keren liep het maar net goed af. „Bijna alle ramen gingen aan diggelen en werden bedekt met karton. Wind raasde door de kieren, waardoor het binnen altijd koud was, er altijd overal stof lag en het vreselijk moeilijk was het huis schoon te houden.”
Na de oorlog was er een andere beproeving: Churchills regering was vervangen door een socialistisch kabinet, en de koning maakte zich zorgen over het gewijzigde beleid. George maakte nog net mee dat Churchill –inmiddels bijna 77 jaar oud– opnieuw aan de macht kwam.
Diepe dankbaarheid
In de ochtend van 6 februari 1952 bracht een bediende de 56-jarige koning zijn gebruikelijke kop thee op bed. George VI bleek die nacht te zijn overleden. Hij leed aan longkanker, maar nu had coronaire trombose –een bloedprop bij het hart– een eind aan zijn leven gemaakt.
Zijn dochter Elizabeth –25 jaar jong– was nu koningin, maar zat ver weg in Afrika. Het nieuws kwam er via een journalist terecht die een nieuwsoverzicht van de telegraafdienst van Reuters had gezien, waarna prins Philip haar voorzichtig op de hoogte stelde. In plaats van naar Australië en Nieuw-Zeeland vloog de nieuwe koningin vanuit Kenia terug naar Londen.
Haar moeder was op 51-jarige leeftijd opeens weduwe, en ze schreef over haar man: „Hij was mijn leven. Er kan alleen maar diepe dankbaarheid zijn voor de uiterst gelukkige jaren die we samen hadden.” Haar man was „zo jong nog & zo dierbaar”.
George VI en Elizabeth. Het huwelijk dat de Britse monarchie redde, Sally Bedell Smith; uitg. Nieuw Amsterdam; 672 blz.; € 42,99