Bondgenoot grillig en onbetrouwbaar
„Het Taliban-regime in Afghanistan stort in elkaar en Osama bin Laden en zijn handlangers zijn op de vlucht”, aldus de Amerikaanse president George W. Bush eerder deze week. Het zij een politiek leider vergeven wanneer hij soms wat overdrijft, maar deze schets van de stand van zaken is zonder meer onjuist.
Het is nu een maand geleden dat de Amerikanen begonnen met hun militaire campagne tegen het al-Qaida-netwerk van terroristenleider Osama bin Laden en het Taliban-regime dat Bin Laden en zijn handlangers beschermt. Het ministerie van Defensie (Pentagon) in Washington en Bush’ belangrijkste adviseurs hadden een even eenvoudige als effectieve strategie uitgezet. Men zou beginnen de Afghaanse luchtcapaciteit –vliegtuigen plus helikopters– plus de luchtafweer uit te schakelen. Vervolgens zouden militaire voorraden worden vernietigd en alle al-Qaida-kampen worden uitgeschakeld.
Hiermee zou Bin Ladens basis worden aangetast en zou zijn Taliban-bescherming snel instorten. Door dit proces zouden talrijke stammen –vooral in het zuiden– van het Taliban-regime overlopen naar de oppositie. Binnen de kortste keren zouden Osama en zijn Taliban-vrienden het op een lopen zetten. De Amerikanen hielden zwaarbewapende gevechtshelikopters gereed om deze vijanden tijdens de vlucht uit te schakelen of in te rekenen.
Gebrekkig
Na de eerste maand is er nog niet veel van deze Blitz-operatie gerealiseerd. Goed, er zijn militaire voorraden van het Taliban-leger vernietigd, maar Pentagon-woordvoerster Victoria Clarke geeft toe dat men niet weet hoeveel militaire voorraden het leger nog verborgen heeft in het uitgebreide gangen- en bunkerstelsel in de bergen.
Waar mogelijke voorraden zich precies bevinden is de Amerikanen niet bekend. Men geeft in Washington toe dat men slechts over gebrekkige informatie beschikt op dit gebied. „Toen de Russen Afghanistan in 1989 verlieten, was de belangstelling van de Amerikanen voor dit gebied ook snel voorbij. Men beschikt er niet over een goed informatienetwerk, erger nog, men beschikt nauwelijks over voldoende tolken voor het leger”, aldus Michael O’Hanlon, militair-politiek analist van het onderzoeksinstituut Brookings in Washington. Gebrek aan informatie plus de invallende winter in het noorden van het land maken operaties daar met de dag moeilijker. Dat bleek vorige week toen een Amerikaanse helikopter verongelukte door wat genoemd werd „ijsafzetting op rotorbladen.”
De Amerikanen zetten in het noorden met helikopters commando’s af achter Taliban-linies. Die moeten dan elektronisch doelen markeren voor Amerikaanse gevechtsvliegtuigen, die proberen de Taliban-gelederen uit te dunnen en het moreel van het leger te verzwakken. De eenheden van de zogeheten Noordelijke Alliantie zouden daarvan gebruik moeten maken om uit hun noordelijke bruggenhoofd uit te breken en op te rukken naar twee steden: de hoofdstad Kabul en de strategische stad Mazar-e-Sharif. Bij Kabul is nog maar weinig te merken van de opmars van de Noordelijke Alliantie. Bij Mazar-e-Sharif is er enige vooruitgang geboekt, maar het is de vraag of het lukt om deze stad te veroveren voordat de winter dat onmogelijk maakt.
Paardenvoer
De Amerikanen voorzien de Noordelijke Alliantie van allerlei benodigdheden, waaronder paardenvoer. De cavalerie van de oppositie voert namelijk regelmatig charges te paard uit tegen tankeenheden van het Taliban-leger. „Dit is geloof ik het eerste militaire conflict in de 21e eeuw waarbij gebruikgemaakt wordt van cavalerie”, zo zei Pentagon-generaal Peter Pace enkele dagen geleden cynisch tijdens de briefing van een aantal parlementariërs. De Amerikanen hopen ondanks de ongelijke krachtsverhoudingen –ook numeriek– tussen de Noordelijke Alliantie en de Taliban dat het lukt om Mazar-e-Sharif te veroveren. Dat zou namelijk een strategisch kruispunt op de belangrijke aanvoerroute vanuit Oezbekistan vrijmaken en de Amerikanen de mogelijkheid bieden om –in het voorjaar– een bruggenhoofd te creëren voor uitgebreidere operaties in Afghanistan, ook in het zuiden.
Daar is tot nu toe overigens nog geen sprake van het overlopen van stammen naar de oppositie of naar het Amerikaanse kamp. De creatie van een Zuidelijke Alliantie –zoals onlangs hoopvol gemeld door de Amerikaanse schout-bij-nacht John Stufflebeem– is volgens Afghanistan-deskundige Roseanne Klass een illusie. „De stamhoofden die een begin met zo’n zuidelijk front zouden kunnen maken zijn of dood of zitten in het buitenland. Amerikanen denken dat zoiets in een paar weken geregeld kan worden, maar dat kost jaren. Het is de vraag of Washington –en het Amerikaanse volk– dat geduld kan opbrengen”, aldus Klass. Zij wijst op het lot van een van de zuidelijke leiders, Abdul Haq, die heeft geprobeerd zuidelijke stammen ertoe te bewegen zich tegen het Taliban-regime te keren. Hij werd verraden, door Taliban-eenheden gearresteerd en als „spion” geëxecuteerd.
Onbetrouwbaarheid
Dat vestigt de aandacht op nog een ander aspect waarmee de Amerikanen rekening moeten houden, namelijk de volstrekte onbetrouwbaarheid van hun Afghaanse bondgenoten. „Wij wisten nooit of onze zogenaamde vrienden en gidsen niet in werkelijkheid onze vijanden waren. De ene dag hielpen ze ons, de andere dag keerden zij zich weer tegen ons”, aldus Khakim Tilaev, voormalig commando-officier in het Sovjetleger dat van 1979 tot 1989 vergeefs probeerde Afghanistan te domineren.
„Wij hadden, net als elk bezettingsleger, de opdracht vriendschap te sluiten met de lokale bevolking. Zo ging er eens een groepje van vijf militairen van mijn eenheid op vriendschapsbezoek in een naburig dorp. De mannen werden daar hartelijk ontvangen, maar tijdens de thee werden zij ontwapend, gemarteld en gruwelijk vermoord. We hebben de volgende dag het hele dorp met de grond gelijkgemaakt, maar de moordenaars hebben we nooit gevonden”, aldus Tilaev.
„Het snelle succes dat in de eerste weken werd beloofd, heeft nu plaatsgemaakt voor de hoop dat men ten minste Mazar-e-Sharif weet te veroveren. Dat is al heel wat bescheidener. Bin Laden is voorlopig wel onvindbaar, maar blijkbaar nog niet op de vlucht. Het Taliban-regime heeft het zuiden nog stevig in zijn greep en er zijn zelfs verhalen van vluchtelingen die melden dat de Amerikaanse bombardementen de steun onder de bevolking voor het regime hebben versterkt. De enige manier om het regime definitief te verdrijven en het al-Qaida-netwerk van Bin Laden uit te roken is een brede en langdurige operatie van grondtroepen. Dat zal slachtoffers eisen onder Amerikaanse militairen. Kijk naar onze ervaring in de Vietnamoorlog wat dat voor gevolgen kan hebben. Die oorlog werd evenzeer op het militaire slagveld verloren als op het politieke strijdtoneel thuis. President Bush heeft hier in de VS nu nog brede steun voor zijn militaire operatie, maar het is de vraag of dat zo blijft als de strijd in Afghanistan grimmiger wordt en er doden gaan vallen”, aldus Michael O’Hanlon.