Eis 12 jaar cel tegen vermeende leider terroristische organisatie
Een vermoedelijke leider van een Syrische terroristische organisatie hoorde vrijdag in de rechtbank van Rotterdam een celstraf van twaalf jaar tegen zich eisen. Volgens het Openbaar Ministerie vervulde de 47-jarige Muhammad B. in Syrië een belangrijke rol binnen de jihadistische strijdgroep Ahrar al-Sham. Hij zou tussen januari 2012 en juni 2015 onder meer financieel beheerder van de strijdgroep in de provincie Raqqa zijn geweest.
B. kwam in 2017 naar Nederland en kreeg een tijdelijke verblijfsvergunning. Eind 2020 werd hij opgepakt in Rijssen. Bij zijn arrestatie zijn onder meer telefoons en harde schijven in beslag genomen. Op verschillende foto’s staan selfies waarin de verdachte poseert met zware wapens, meldt het OM. Sommige foto’s zijn volgens justitie ‘gewelddadig jihadistisch’. „Zo poseert hij met een automatisch vuurwapen en maakt met zijn linkerhand het tawheed-gebaar, terwijl voor hem pistolen en een Koran liggen.”
B. heeft van 2005 tot en met 2010 gevangen gezeten in de beruchte Sednaya-gevangenis van het regime van de Syrische president Assad, waar hij gemarteld is. Na zijn vrijlating is hij getroffen door een bombardement van het Assad-regime. „Uiteindelijk is daardoor in Nederland zijn hand geamputeerd”, zegt B.’s advocaat Jaap-Willem Roozemond.
B. ontkent alle beschuldigingen en zegt nooit lid te zijn geweest van terreurorganisaties „laat staan dat hij een bijdrage heeft geleverd aan Ahrar al-Sham op wat voor manier dan ook”, aldus zijn advocaat. „Voor u zit een kwetsbare man waarvan de meeste getuigen in dit dossier aangeven dat het een rechtschapen man is die zich enkel bezighield met het geven van noodhulp.” Volgens Roozemond is er in deze zaak geen sprake van waarheidsvinding, maar „lijken rechercheurs vast te zitten in tunnelvisie”. Hij vraagt daarom om vrijspraak.
De rechtbank Rotterdam doet op 20 april uitspraak.