Van Ooijen: Plan voor inloop jongeren niet financieel gedreven
Het plan van staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) om de jeugdzorg te ontlasten door meer laagdrempelige jeugdvoorzieningen te realiseren, is niet financieel gedreven.
„Financiën staan niet op de eerste plaats”, zei de CU-bewindsman donderdag voor aanvang van de wekelijkse ministerraad. „Eerlijk gezegd is voor mij de hoofdvraag of we in een samenleving willen leven waar zoveel jongeren zich mentaal niet goed voelen”, aldus Van Ooijen.
Het kabinet wil op de jeugdzorg bezuinigen om het stelsel ook voor de toekomst beheersbaar te krijgen. Daarover lopen al ruim een jaar moeizame gesprekken met onder meer de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het geschil tussen kabinet en gemeenten zit vooral in wie de financiële verantwoordelijkheid draagt als de door het kabinet ingeboekte bezuinigingen niet worden gerealiseerd.
Vertegenwoordigers van cliënten, professionals en aanbieders in jeugdhulp en jeugdbescherming benadrukten donderdag in een brandbrief aan de Tweede Kamer dat haast geboden is. Als de plannen nog verder worden uitgesteld is dat „funest” voor de jeugdzorg, zeggen de organisaties, waaronder de drie cliëntorganisaties MIND, Ieder(in) en de Nationale Jeugdraad, de beroepsverenigingen en de brancheorganisaties.
Van Ooijen maakt zich grote zorgen over de grote aantallen jongeren met mentale problemen. Hij wil dat zij op een andere manier worden geholpen. Niet via individuele jeugdhulp, maar bijvoorbeeld door op een inloopplek met andere jongeren te praten of te sporten. Op diverse plekken in het land zijn er al dergelijke voorzieningen.
„Dat zijn allemaal heel incidentele plekken. Daar heb je er echt heel veel meer van nodig”, aldus Van Ooijen. Die inloopplekken zullen moeten worden gefinancierd, maar deze vorm van collectieve hulp zal goedkoper zijn dan de vele individuele hulptrajecten van dit moment.
Bijeenkomsten
Donderdag maakte Van Ooijen bekend dat hij bijeenkomsten wil gaan organiseren met ouders en instanties over hoe kinderen met problemen kunnen worden geholpen zonder een beroep te doen op de zwaar onder druk staande jeugdzorg. „Iedereen kan zich aanmelden, voor 25 april wordt de eerste georganiseerd. Ik ben benieuwd naar hun ideeën voordat ik met voorstellen kom”, zei hij in een interview met het Algemeen Dagblad.
Uit onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) blijkt dat jongeren vooral mentale problemen krijgen door de prestatiedruk en als er in het gezin dingen niet goed gaan. Daarnaast worden opvoeden en opgroeien vaak geproblematiseerd. Ouders kloppen bij problemen snel aan bij hulpverleners. Het aantal jongeren dat jeugdhulp krijgt, is in de loop jaren gestegen van 1 op de 27 naar 1 op de 6.