Rutte benadrukt dat het kabinet gewoon door kan gaan met stikstof, ook nu het CDA af wil van het jaartal 2030 als deadline voor een drastische inperking van de uitstoot. „Er is onenigheid”, erkent hij. „Dat is politiek problematisch, maar niet voor de uitvoering”. Dat het CDA wil heronderhandelen over dit deel van het coalitieakkoord geeft „een bijzondere politieke situatie, maar kan gebeuren”.

Het debat over de uitslag van de provinciale verkiezingen van 15 maart eindigde met een motie van wantrouwen van GroenLinks en PvdA, met steun van bijna alle andere oppositiepartijen. De partijleiders Jesse Klaver en Attje Kuiken gaven Rutte een laatste kans om die af te wenden, maar dan moest hij beloven binnen enkele weken duidelijk te maken hoe de coalitiepartijen, inclusief het CDA, verder willen.

De premier zei deze uiterste poging van Klaver en Kuiken te waarderen en noemde de manier waarop zij het debat voerden „zeer fatsoenlijk”. Maar hij vond het naar eigen zeggen niet verstandig aan hun wens tegemoet te komen, omdat het CDA nu eenmaal pas wil onderhandelen als meer duidelijk is over de positie van de nieuwe provinciebesturen die nu gevormd worden.