„Ik reken erop dat de VN-Veiligheidsraad in de tweede week van februari een duidelijk mandaat hiervoor verleent”, zei Pronk dinsdag tijdens een bezoek aan Rumbek, een voormalig hoofdkwartier van de rebellenbeweging SPLA. De eerste VN-soldaten moeten vanaf maart in Sudan actief zijn en na zes maanden moet de volledige troepenmacht gestationeerd zijn, aldus Pronk.

Ook minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking arriveerde dinsdag in Rumbek. Ze opent daar morgen een diplomatieke vertegenwoordiging van Nederland en Groot-Brittannië en zal verder met SPLA-functionarissen praten over de wederopbouw van het door oorlog verwoeste gebied. Er is geen officiële ontmoeting tussen Pronk en Van Ardenne gepland, maar mogelijk is er een informeel treffen.

De VN-Veiligheidsraad gaf vorige week aan dat hij een bijdrage wil leveren aan het handhaven van de vrede in het zuiden van Sudan, in de vorm van onder meer troepen en hulpgoederen. De infrastructuur in het zuiden is vrijwel verwoest en de oogsten voor dit jaar beloven niet veel goeds door late en beperkte regens.

Naast materiële hulp moet volgens Pronk de komende jaren veel energie gestoken worden in de reïntegratie van vele duizenden voormalige strijders in een normaal burgerbestaan. Ook moet voor opvang worden gezorgd voor de circa vier miljoen vluchtelingen die naar het gebied terugkeren.

De oorlog waaraan vorige week zondag formeel een einde kwam, heeft ruim 21 jaar geduurd en aan anderhalf miljoen mensen het leven gekost. In het vredesakkoord zijn afspraken gemaakt over onder meer deling van de macht en de verdeling van de groeiende olie-inkomsten.

In april wordt in de Noorse hoofdstad Oslo een internationale donorconferentie voor Sudan gehouden. Volgens Pronk zal de bereidheid van de internationale gemeenschap om het land financieel te ondersteunen grotendeels afhangen van de loop van het conflict in Darfur. Als de komende maanden geen vorderingen worden geboekt bij het verminderen van het geweld van Arabische milities zal ook de steun voor de wederopbouw van Zuid-Sudan uitblijven, waarschuwde Pronk.