Roodeschool treurt om ‘broodroof’
Zijn groente- en fruitverkoopschuur draait als een tierelier. Toch is ondernemer Henk Landwehr niet helemaal tevreden. Door de in zijn ogen „starre” regels van de gemeente mag hij geen brood meer verkopen ten behoeve van de dorpsbewoners. „Mensen moeten nu in de auto stappen om nog aan brood van de warme bakker te komen. Dat is toch belachelijk?”
Aan het einde van de wereld links en je bent in Roodeschool. Er is niks te vinden en wat er is, verdwijnt. Toch kent het plattelandsdorp zo’n 1300 inwoners. Winkels zijn echter er nauwelijks. Wie de afhaalchinees en de cafetaria niet meerekent, kan de rest op de vingers van één hand tellen.
Roodeschool lijkt desondanks een dorp als vele andere. Dat is niet altijd een positief teken. Het voorzieningenniveau daalt geleidelijk. De trein stopt nog wel in het dorp, maar vervoersbedrijf NoordNed lijdt verlies op de lijn naar Groningen. Aan de belangrijkste straat staan meerdere winkelpanden leeg. Anderhalf jaar geleden sloot de plaatselijke supermarkt.
Uitzondering in deze misère is Goudgewas, de ’winkel’ in agrarische producten van Henk Landwehr. Daar is het bijna nooit stil. De hele dag lopen klanten af en aan. Waar ze voor komen? Voor voordelige groenten en fruit. Wie grotere hoeveelheden koopt, is helemaal spekkoper. Voor 35 kilo aardappelen betaal je bij Goudgewas 7 euro en 50 centen. Ongeacht de soort. „Dat verkoopt goed”, aldus Landwehr.
De Groningse ondernemer begon in 1997 met de verkoop van eigen geteelde producten. Niets wees er toen op dat de zaken een hoge vlucht zouden nemen. Landwehr werkte destijds als postbode. Het verbouwen van groente was zijn hobby. „De opbrengsten waren dat jaar erg laag. We hebben toen allerlei producten aan de weg gezet, met een busje ernaast om geld in te doen. Dat liep fantastisch. Het volgende jaar stonden we er weer, maar toen met een bemande kraam. En zo ging het steeds beter.”
Vorig jaar besloot Landwehr een pand met een grote schuur te kopen, midden in het dorp. Van daaruit verkoopt hij nu zijn waar.
De eerste kennismaking met weerbarstige overheidsregels kwam toen bleek dat de verkoopruimte voor agrarische producten maximaal 75 vierkante meter mocht beslaan. „Dus hebben we de ruimte wat verkleind door scheidingswandjes.”
Kort daarna ontstonden schermutselingen met de gemeente Eemsmond, waar Roodeschool onder valt. Inzet van het conflict: de sinaasappels en mandarijnen die Landwehr verkoopt. „Volgens de gemeente is dat geen product van eigen akker. Maar ze vergeten dat er een landelijke regel is die dat toestaat, zolang het niet meer dan 5 procent van het totale assortiment beslaat.”
Toch ontstonden de echte problemen pas toen Landwehr, naar eigen zeggen „om de dorpsbewoners een dienst te bewijzen”, brood van de warme bakker ging verkopen. „Er is hier geen warme bakker meer op het dorp. Dus hebben we hier wat stellingen neergezet. De bakker verkocht eerder zijn brood uit een kraam langs de weg, net als ik. Met deze oplossing waren we beiden geholpen en konden we toch vers brood aanbieden in het dorp.”
De verkoop bleek echter in strijd te zijn met overheidsregels, die geen detailhandel toestaan vanuit de boerenschuur. De gemeente Eemsmond bleek niet te vermurwen. Bakker Ide de Boer uit Uithuizermeeden, de broodleverancier van Landwehr, kan er met zijn verstand niet bij. „Het is puur service voor het dorp, waar toch al weinig voorzieningen zijn. De gemeente moet dan gewoon niet zo moeilijk doen als wij proberen iets voor de mensen de doen.”
De actie van de gemeente Eemsmond schoot ook dorpsbewoner B. P. Til in het verkeerde keelgat. Samen met anderen zette hij een handtekeningenactie op, die enkele honderden steunbetuigingen voor de broodverkoop opleverde. „Overal in Nederland zie je dat voorzieningen uit dorpen verdwijnen. En hier helpt de gemeente daar actief bij. Daar kan ik niet goed tegen.” Kocht hij zelf brood bij Landwehr? „Om heel eerlijk te zijn: nee. Bij de supermarkt in Uithuizen is het brood veel goedkoper.”
Die laatste opmerking is koren op de molen van wethouder J. van Warnaars van de gemeente Eemsmond. „Mensen moeten eerst bij zichzelf te rade gaan. In Roodeschool was anderhalf jaar geleden nog een supermarkt. Het is niet voor niets dat die moest sluiten. Als iedereen zijn boodschappen elders doet, krijg je vanzelf dat winkels wegtrekken van het platteland. Vervolgens zie je dat er brood verkocht wordt op een plek waar dat tegen de regels is. Maar als de gemeente daartegen optreedt, wordt ons starheid verweten. Dat is de omgekeerde wereld.”
Volgens Van Warnaars is Landwehr vorig jaar zomer, toen hij de schuur betrok, door de gemeente duidelijk gemaakt dat er alleen agrarische streekproducten mochten worden verkocht. „Eerst mocht er helemaal niets verkocht worden. Om Landwehr te helpen hebben we echter het bestemmingsplan aangepast, zodat hij lokale producten kan verkopen. Niet meer, maar ook niet minder. En als hij een aanvraag indient om ook andere dingen te verkopen, zullen we daar zeker serieus naar kijken. Maar tot op heden heb ik nog geen aanvraag gezien, ook al heeft Landwehr aangekondigd die te zullen indienen.”