Ook natuurgebieden Overijssel hebben last van stikstof en droogte
Twee beschermde natuurgebieden in Overijssel zijn er niet best aan toe volgens rapportages van de Ecologische Autoriteit. Door een combinatie van te veel stikstof, droogte en versnippering zijn de natuurdoelen voor de Natura 2000-gebieden Boetelerveld en Landgoederen Oldenzaal „nog niet in zicht”. Maatregelen die de provincie al heeft genomen, zijn volgens de autoriteit nog niet effectief genoeg.
De nieuwe instantie bracht vorige week haar eerste adviezen uit, over in totaal vier natuurgebieden in Zuid-Holland en Limburg. Ook daar was de conclusie dat de natuur niet in goede staat verkeert.
Net als in de vier eerste rapportages, is in de twee gebieden in Overijssel te veel stikstof een probleem. Een andere overeenkomst met de rapporten van vorige week, is dat belangrijke informatie nog mist. „Voor beide gebieden is meer en actueler inzicht nodig in het systeem: hoe werkt het daar wat betreft bodem, water en lucht, en in de wisselwerking met planten en dieren?”, vraagt de autoriteit zich af. Die zou ook graag zien dat gericht wordt onderzocht wat bijvoorbeeld de invloed van waterwinning is op de droogte.
Het advies aan de provincie Overijssel is om snel maatregelen te nemen. De stikstofneerslag op de gebieden moet volgens de adviezen omlaag. Voor het Boetelerveld is een andere aanbeveling om het gebied natter te maken. Bij Oldenzaal zou ook de samenhang van bos- en heidegebied verbeterd moeten worden. Met maatregelen moet vooral niet worden gewacht „tot alle kennis compleet is”, aldus de Ecologische Autoriteit.
De instantie moet de komende maanden in totaal 130 zogeheten natuurdoelanalyses beoordelen. Die moeten de provincies voor 1 juli opstellen, zodat goed duidelijk is hoe de Natura 2000-gebieden eraan toe zijn. De werkgroepen van de Ecologische Autoriteit die de adviezen opstellen, bestaan uit onafhankelijke deskundigen, zoals wetenschappers en mensen die praktijkervaring hebben met het beheer van gebieden.
In de natuurdoelanalyses uit Overijssel die de deskundigen tegen het licht hebben gehouden, staat de verwachting dat in de twee gebieden ook in 2030 nog te veel stikstof zal neerslaan. De concentraties liggen dan nog boven de zogeheten kritische depositiewaarde. Dat is een soort grenswaarde: daarboven bestaat het risico dat de natuur wordt aangetast. In de analyses wordt echter niet duidelijk hoeveel de stikstofdepositie moet worden verminderd „om een duurzame staat van instandhouding te verkrijgen”, klinkt het.