Verhuizing
Terwijl ik in de auto mijn autogordel omdeed om weg te rijden van het parkeerterrein, viel mijn oog erop. Drie mannen die druk bezig waren om spullen uit een appartementje in een buurflat te halen. Ze kwakten talloze vuilniszakken op wagentjes en reden die vervolgens richting de uitgang. Ik wist dat in het appartement een hoogbejaarde vrouw woonde. Ja, wóónde, want het leek erop dat ze óf was overleden óf dat ze verhuisd was naar een verpleeghuis. Ik vreesde het eerste, gezien de hardhandigheid waarmee de flat werd ontruimd.
Eén keer had ik haar ontmoet, toen ze hulpeloos naar me toe gestrompeld was omdat haar auto niet wilde starten. Gelukkig was er op dat moment een buurman in de buurt die haar kon helpen. Een paar maanden later zag ik hoe de auto, met vier lekke banden en groen uitgeslagen van het lange stilstaan op ons gezamenlijke parkeerterrein, werd weggetakeld.
Nu was het huis aan de beurt. Alles kwam naar buiten. Lampen, een kast, een plant, een huishoudtrapje, een wasmand. Alles wat jarenlang was onderhouden, hersteld, gepoetst en gekoesterd werd als vuilnis afgevoerd. Dat ik zo gebiologeerd naar de verhuizing keek, had een reden. Onlangs maakten we in onze familie ook zo’n leegruimproces mee door de verhuizing van hoogbejaarde ouders. Maar het tafereel waar ik nu naar keek, was toch anders. Ik kon er de vinger niet op leggen, maar ik voelde gewoon dat hier geen familie het huis van moeder aan het leegruimen was. Dit waren mannen die het huurflatje leeg moesten maken zodat het te koop gezet kon worden door de eigenaar. Zo ging het namelijk met alle flats waaruit de verhuurders vertrokken. Professionals dus die een klus te klaren hadden waar ze verder geen emotionele betrokkenheid bij voelden. Dat is zeker niet slecht. Het zou niet best zijn als ze bij ieder huis dat ontruimd moest worden snotterend tussen de huisraad zouden zitten.
Terwijl ik mezelf vermaande nu eindelijk te stoppen met m’n gegluur, piepte er een berichtje mét fotootje binnen op m’n mobiele telefoon. Twee meubelstukken van onze ouders hadden een nieuwe plek gevonden in de huiskamer van een verzorgingshuis, zo werd me geappt. Iedereen blij.
Toen ik later op de dag weer m’n parkeerterrein opreed, werd net het bordje ”Te koop” aan het balkonhek van het flatje bevestigd. Een heel leven in amper een dag ontmanteld.