Rechts-conservatief uit ongerief
Als je in reformatorische kring links of progressief genoemd wordt, hoor je er eigenlijk niet meer bij. Links springen de bokken, de schapen staan rechts. En progressief: dat zijn de vooruitgangsgelovigen, de seculieren, de immorele nieuwlichters. Een degelijke refo is behoudend, traditioneel ofwel gewoon conservatief. Die wil geen gedoe met moderne fratsen als klimaatverandering, stikstofproblemen, windturbines, elektrische auto’s en gendergerommel. Hou het maar zoals we het gewend waren: een rustig burgerlijk leven, naast natuurlijk ook een goed boerenbestaan. Mooi toch dat steeds meer medeplatlanders daar nu ook voor kiezen.
Probleem is wel dat het een beetje schimmig geworden is wat nu links en rechts precies de principes zijn. Vroeger waren de linksen niet-religieus, socialisten of communisten, voor een sterke staat, tegen het kapitalistische ondernemerschap, voor de arbeiders en voor internationale solidariteit. Het ideaal was een collectieve heilstaat waarin de vooruitgang door wetenschap en techniek iedereen zou toevallen.
De rechtsen stonden voor een godsdienstige ethiek, hiërarchie en autoriteit, minimale staatsinvloed, ondernemingsgewijze productie door economisch zelfstandige burgers en voor nationalisme. Hun voorkeur ging uit naar een traditioneel blijvende gezinssamenleving waarin onontkoombare technische vernieuwing op pragmatische wijze ingepast kon worden, zonder de verwachting dat het menselijk tekort tenietgedaan zou kunnen worden. Begrijpelijkerwijze waren de armen en zwakken het meest links en progressief: hun biedt een sterke staat bescherming en vooruitgang betekent verbetering. De rijken en aanzienlijken prefereerden rechts en conservatief te zijn: een minimale overheid heft minder belastingen en behoud van de bestaande orde bestendigt hun positie. Technische vernieuwingen bedreigen de machtsverhoudingen, dus de zwakkeren zagen daar meer heil in dan de sterken.
Vandaag is er een sterke polarisatie met groepsvorming links en rechts, maar de beleidskeuzes passen niet meer bij de oude kernwaarden. Zo zou je verwachten dat de linksen voor kerncentrales zijn omdat die typisch door de staat beheerd moeten worden. En dat de rechtsen liever windturbines en zonnepanelen hebben omdat die bij uitstek door vrije ondernemers te exploiteren zijn. Maar het is andersom. Opmerkelijk is ook dat het nu de progressieven zijn die zich bijna religieus beijveren voor natuurbehoud, terwijl juist de conservatieven hun heil zoeken in technische innovaties. Eveneens apart is dat rechtse politici de constitutionele rechtsbescherming willen verzwakken en linkse actievoerders morele leefregels via wetgeving willen afdwingen. Vanouds hooggehouden eerlijkheid en realisme lijken bij conservatieve leiders vervangen door leugens en complottheorieën, terwijl het toekomstoptimisme bij de progressieven nu omgeruild lijkt voor apocalyptische ramp- scenario’s. Sympathiseerde ultralinks vroeger met Stalin, nu dweept uiterst rechts met Poetin. De politieke stromingen vloeien in elkaar over tot één pot nat.
De groei in conservatieve zetels stoelt niet op ideologische beginselen maar op egocentrische, materiële motieven. Kiezers zien dat hun welvaart niet toekomstbestendig is en dat na het halen en het hebben nu het houden het hoogst haalbare lijkt. Uit angst voor comfortverlies stemmen ze voor wat was. Ze uiten zo ook hun ongerief naar de leidende elite: de progressieve bovenlaag die nog droomt van een technocratische heilstaat, terwijl de wereldwijde massa al door natuurlijke nachtmerriescenes dwaalt. De materialistische perspectieven zijn somber.
Bevindelijk gereformeerden kunnen in lijn met Bunyans boektitel ”The Pilgrim’s Progress from This World to That Which Is to Come” nog wel hoop koesteren. Conservatief in de leer, progressief in het leven, rechts persoonlijke verantwoordelijkheid nemend, links medemens en milieu beschermend: dat is voluit leven vanuit het christelijk geloof. De Bijbelse levensovertuiging is veel rijker en voller en vaster dan platvloerse politieke profielen. Het is goed om het getuigenis van Gods Koninkrijk niet te verminken door het te koppelen aan de typering links-progressief, maar maak evenmin de fout om het te reduceren tot rechts-conservatief.
De auteur is adviserend ingenieur.