Schotse zendingspionier legde basis voor protestantisme in Mantsjoerije en Korea
Mantsjoerije in het oosten van China was voor en na de Tweede Wereldoorlog bezet door Rusland en Japan, waarna het in 1949 weer deel werd van het immense Chinese rijk. Het aangrenzende Korea was een haard van oorlogen en revoluties. Desondanks bloeide en groeide in beide rijken het protestantse geloof.
De zending had, onder leiding van de Schotse zendingspionier John Ross (1842-1915), ondanks het oorlogsgeweld een stevige basis gekregen, waarvan de effecten in ieder geval in Mantsjoerije nog steeds te zien zijn. Dr. Ross werd vooral bekend door de eerste vertaling van het Nieuwe Testament in de Koreaanse taal. Dit jaar is het 150 jaar geleden dat hij in China voet aan wal zette.
John Ross was afkomstig uit een dorpje bij Inverness in de Schotse Hooglanden. Hij leerde van zijn ouders het Gaelic –taal in de Hooglanden– als eerste taal. Op school leerde hij Engels, maar toen hij zich als zendeling geroepen wist, maakte hij zich negen Oost-Aziatische talen eigen, waaronder het Koreaans. Hij studeerde theologie aan de opleidingsschool van de Schotse United Presbyterian Church, waarvan de bekende Ebenezer en Ralph Erskine tot de stichters behoorden. Door deze kerk werd hij kort na zijn huwelijk uitgezonden naar Chefoo (Yantaie) in Mantsjoerije. Kort na zijn aankomst overleed zijn vrouw.
De toenemende Engelse invloed op China en aanverwante landen werd zo gewantrouwd dat middels de zogenaamde Bokseropstand (Boxer Rebellion) rond de eeuwwisseling veel Europeanen, ook in Mantsjoerije, werden gedood. Het zendingswerk werd een gevoelige slag toegebracht, maar Ross liet zich hierdoor niet uit het veld slaan, ook niet toen in 1904 Rusland Mantsjoerije bezette en Japan een jaar later het Russische bezit in handen kreeg.
Rector
Gedurende 38 turbulente jaren werkte Ross aan de opbouw en structuur van de nieuwe kerk in Mantsjoerije. Hij had invloed op de stichting van drie universiteiten, twee ziekenhuizen, zeven kerken en achttien zendingsposten. Hij wist de twee kerkgemeenschappen die uit het Schotse en Ierse zendingswerk waren voortgekomen samen te smelten tot één presbyteriaanse kerk. Ross werd in 1898 de eerste rector van het theologische college in Mukden.
Ross gaf in het maandblad van de Free Church of Scotland in januari 1900 aan
dat 27.000 gedoopte leden tot de kerk van Mantsjoerije behoorden. Hij had zich ook gericht op Korea, dat zich eeuwenlang verzet had tegen Europese invloed en het christelijk geloof. Ross had al spoedig contacten met dit schiereiland en wist zich de moeilijke taal eigen te maken. De uitgave van de eerste Koreaanse Bijbel betekende voor hem een mijlpaal. Hij had wel een team van vertalers om zich heen, maar de supervisie van dit tienjarige project berustte bij hem. Eind 1886 legde hij de laatste hand aan dit project. Tot 1906, toen in Korea zelf een complete vertaling tot stand kwam, was het Nieuwe Testament van Ross de enige Koreaanse Bijbeluitgave.
Vanwege het succes van Amerikaanse zendelingen in Korea en de daaruit ontstane grote opwekking in 1907 wordt het belang van de invloed van het pionierswerk van de Schotse Ross op Korea wel ondergewaardeerd. Volgens historicus Sung-il Chio werden de eerste vijf Koreaanse christengemeenten door toedoen van Ross gesticht. Ook werden Koreaanse studenten aan zijn school opgeleid. En zijn interesse voor de geschiedenis en cultuur van dit land kwam naar voren in enkele doorwrochte publicaties.
Opwekking
Een hoogtepunt in het kerkelijk leven was een grote opwekkingsbeweging in 1907 in Korea en een jaar later in Mantsjoerije. In Korea werd de opwekking bekend als de Korean Pentecost (Koreaans Pinksteren). Onder leiding van de Canadese zendeling Jonathan Goforth (1859-1936) vond in de stad Mukden in Mantsjoerije (tegenwoordig Shenyang geheten) in de grote gemeente van Liu Chuébn Yao een herleving plaats. Deze ging de geschiedenis in als ”het wonder van Mukden”.
Gebed was de basis van de opwekking van 1908. Goforth was enorm geïnspireerd door het lezen over de opwekking in Wales in 1904-1905. Nadat hij persoonlijk getuige was geweest van de Koreaanse opwekking in 1907, maar ook diep werd geïnspireerd door het gebedsleven van de Koreanen, begon hij te bidden voor een soortgelijke beweging in Mantsjoerije en in China.
Ross werd ook door deze onverwachte beweging van Gods Geest aangeraakt. Hij had wel moeite met sommige uitspraken van Goforth, zoals dat Gods aanwezigheid alleen hersteld kan worden op voorwaarde van boetvaardigheid. Volgens Ross is er geen sprake van voorwaarden: „Het was eerder de onfeilbare aanwezigheid van God die Zijn volk tot berouw had gebracht.”
Ross’ leven eindigde niet in China maar in zijn vaderland. In Edinburgh is zijn laatste rustplaats nog altijd te zien.