Indonesië en Sri Lanka nemen wederopbouw ter hand
Indonesië en Sri Lanka, de zwaarst getroffen landen door de zeebeving van vorige maand, hebben dinsdag concrete eerste stappen genomen voor grootschalige projecten voor de wederopbouw. Functionarissen van de Verenigde Naties toonden zich tevreden over de daadkracht van de landen, maar ze benadrukten wel dat in veel delen de noodhulp nog altijd onontbeerlijk is.
President Kumaratunga van Sri Lanka ontvouwde dinsdag een „Actieplan voor de Wederopbouw van het Land", waarvan de uitvoering zeker 3,5 miljard dollar gaat kosten. De ambitieuze plannen voorzien in de bouw van meer dan zestig kleine en grotere woon– en toeristenoorden langs de getroffen kusten. Veel geld gaat er ook naar nieuwe infrastructuur, nieuwe communicatielijnen en naar sociale en gezondheidszorg. De president zal woensdag in de plaats Hambantota een eerste steen leggen, die het symbolische begin moet vormen voor de wederopbouw.
De Indonesische regering zegde dinsdag op haar beurt toe dat er één centraal bureau komt voor de coördinatie van de wederopbouw. Het bureau komt onder centraal gezag van president en parlement en zal ook zeggenschap krijgen over de verdeling van hulpgelden. De toezegging is volgens VN–functionarissen en andere hulpverleners van groot belang. Indonesië geldt als een van de corrupste landen ter wereld en al geruime tijd wordt er geklaagd over een gebrek aan coördinatie bij de hulpverlening.
De uitvoering van wederopbouwprojecten kan in Atjeh nog niet zo snel op gang komen als op Sri Lanka. De verwoesting van de provincie is veel groter en delen van het rampgebied zijn nog altijd slecht bereikbaar. Bovendien is er nog veel noodhulp nodig en liggen op veel plaatsen nog altijd veel lijken.
Desondanks hebben Indonesische ministeries eerste blauwdrukken voor de wederopbouw op tafel gelegd voor uitvoering onder auspiciën van het speciale bureau. Jakarta meldde dinsdag dat zal worden begonnen met de bouw van 500.000 huizen waar de ontheemden onderdak moeten gaan vinden. Volgens de minister van Nationale Ontwikkeling kost de uitvoering van dit bouwplan ongeveer 333 miljoen dollar.
De Amerikaanse strijdkrachten hebben hun hulpverlening in Atjeh flink opgevoerd. Het aantal transporten van goederen en personen is toegenomen tot tachtig per dag, tegen dertig per dag de voorgaande week. De Amerikanen richten zich ook meer op gebieden in West–Atjeh die over land niet of nauwelijks bereikbaar zijn. Volgens Indonesische media komen duizenden mensen die zich tot dusver ophielden in de heuvels langs de kust nu naar nieuwe opvangkampen.
De toegenomen Amerikaanse hulpverlening komt na een week met klaarblijkelijke spanningen tussen Jakarta aan de aanwezige buitenlandse troepen in Atjeh. Aanvankelijk werd gezegd dat de buitenlandse militairen voor eind maart weg moesten gaan, maar intussen heeft de Indonesische regering een andere toon aangeslagen. Ook een relletje over het wegsturen van een Amerikaanse marineschip uit Indonesische wateren, werd uiteindelijk in de kiem gesmoord.
Sri Lanka stelde het geschatte dodental dinsdag overigens naar beneden bij. Door onder meer dubbeltellingen is het maandag genoemde aantal van ruim 38.000 niet correct. Het kantoor van de president houdt het voorlopig op ongeveer 31.000 waardoor het totale aantal geschatte doden door de zeebeving in Azië en Oost–Afrika op circa 168.000 uitkomt. Colombo tekende overigens wel aan dat het aantal nog zeker weer zal toenemen, omdat nog altijd duizenden mensen worden vermist.