Tweeduizend beleidsmakers, natuurbeschermers en onderzoekers uit 182 landen praten deze week in Den Haag over een verdrag dat de biodiversiteit, de soortenrijkdom op aarde, moet beschermen. Doel van de bijeenkomst is de bespreking van de voortgang van het Biodiversiteitsverdrag dat in 1992 is opgesteld. Beleidsmakers willen het ’spoorboekje’ voor de komende tien jaar opstellen. Belangrijkste doelen zijn behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit.

Het draait in Den Haag vooral om de bescherming van bossen en een rechtvaardige verdeling van de voordelen van biodiversiteit. Verder bespreken de delegaties de wijze waarop de import van uitheemse planten en dieren kan worden voorkomen. Dergelijke ongewenste gasten kunnen een verwoestende uitwerking hebben op de natuur.

De onderhandelingen over het behoud van oerbossen en het tegengaan van illegale houtkap verlopen stroef. Landen als Brazilië willen geen internationale regels voor het gebruik en de bescherming van hun bossen accepteren. Ze willen zelf bepalen hoe ze met hun natuurgebieden omgaan.

De discussies tussen de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden verlopen vaak moeizaam, omdat de ontwikkelingslanden vinden dat er eerst meer geld moet komen. Faber heeft een brief naar de geldschietende landen geschreven waarin ze erop aandringt wat toeschietelijker te zijn.

Woensdag en donderdag komen er 120 ministers en onderministers naar Den Haag om te praten over soortenbescherming. „Ik hoop dat ik de ministers kan confronteren met de punten die vastzitten en hun oordeel kan vragen”, aldus Faber. „En ik ben nog steeds optimistisch, want vergeleken bij twee jaar geleden hebben we zeker al weer een aantal stappen voorwaarts gedaan.” De slotdag van de conferentie is vrijdag. Dan worden de resultaten bekendgemaakt.