Een lege horizon
Onlangs hadden we vanuit de onderwijscommissie van de Tweede Kamer een gesprek met deskundigen over het welbevinden van studenten. Onderzoek geeft aan dat dit bij 25 procent van hen reden tot zorg is. Voor ruim 4 procent geldt dat ze „meestal” of „(bijna) altijd” levensmoe zijn en voor de overige 21 procent dat ze dat „soms” of ’af en toe” zijn. Dat betekent dat ze spelen met de gedachte hoe ze hun leven zouden kunnen beëindigen. Desgevraagd benoemde een van de aanwezige deskundigen als oorzaak: „Ze hebben een lege horizon”.
Zo’n beeld zet je aan het denken: „Ze hebben een lege horizon”… Die studenten kijken naar hun toekomst en zien op hun levenshorizon dus alleen maar leegte, zonder oriëntatiepunten van een hoger doel of van hogere waarden waar ze zich op kunnen richten. Een uitzichtloos leven, zonder verwachtingsvol toekomstperspectief, dat daardoor als zinloos ervaren kan worden. Gestempeld door somberheid, die versterkt wordt door de dreiging van de vele crises die via de media dagelijks over hen uitgestort wordt. Of door persoonlijke traumatische ervaringen die ze eerder hebben opgedaan. Nooit uitzicht op iets beters of mooiers. Zelfs het verlangen daarnaar dooft uit.
Het raakt je als je ziet dat jonge mensen op zo’n manier aan het begin van hun volwassen leven staan. Dat ze het moeten doen met hun levensvervulling in het hier en nu, zonder diepere zingeving. Dat het ”pluk de dag” de norm is. Ja, maar hoe doe je dat als je het leven als doel- en zinloos ervaart? Waarom zou je je dan nog ergens voor inspannen? Sommigen dompelen zich onder in ongeremd genot van drank en seks, anderen vluchten in de verdoving door (hard)drugsgebruik, of doen daadwerkelijk een poging om hun leven te beëindigen – in sommige gevallen helaas met fataal gevolg. Aangrijpend.
Je vraagt je dan terecht af wat de oorzaak van die ”lege horizon” is. De mogelijkheid van persoonlijke traumatische jeugdervaringen laten we hier rusten. Uit de hulpverleningspraktijk is genoeg bekend hoe die een mensenleven kunnen beschadigen en soms zelfs verwoesten. Het gaat mij in deze bijdrage om de verantwoordelijkheid die we als samenleving dragen.
Die verantwoordelijkheid begint bij de opvoeding door de ouders. Je zult als kind en later als puber maar opgevoed worden met de boodschap dat je zélf wat van je leven moet maken – met als gevolg een enorme prestatiedruk. Dat je zélf kiest of je gelooft in hogere waarden dan die van je eigen tijd en leven – zonder dat je geleerd wordt dat God je leven leidt, dat Hij je wil redden, dat je Hem moet volgen en dat alleen daarin je ware levensgeluk gelegen is.
Een platte pedagogiek, uitsluitend gericht op je korte aardse bestaan, zonder hoop op een leven ná dit leven. Die benadrukt wordt door de maatschappelijke norm die zelfontplooiing centraal stelt en gericht is op individualisering – waardoor je nog meer teruggeworpen wordt op jezelf. Die je via sociale media, reclamespotjes en filmpjes voortdurend in de richting duwt van behoeftebevrediging in het hier en nu. Die het kortetermijndenken stimuleert en daardoor het perspectief op iets hogers blokkeert. Dan is het niet zo verwonderlijk dat werkelijk houvast en perspectief ontbreekt, en dat zelfbeschikking over je leven vanzelfsprekend wordt.
Kunnen wij als christenen in deze seculiere samenleving iets doen om die ”lege horizon” te veranderen? Ja en nee. Zo’n verandering zal in elk geval nooit het resultaat zijn van onze inspanningen. Bovendien kunnen we niet alle jongeren die opgroeien in een seculiere omgeving bereiken. Maar we kunnen wel aan ieder met wie we in aanraking komen, laten zien dat er meer is dan behoeftebevrediging hier en nu. Dat er wél perspectief is, uitzicht op iets beters en hogers. Door onze levenshouding en -stijl. Door zoutend zout te zijn. Door vrij- en blijmoedig te getuigen, allereerst met de daad en waar mogelijk met woorden. En door te bidden voor hen die lijden –of zelfs dát niet– onder hun lege horizon.
De auteur is Tweede Kamerlid voor de SGP.