Detentiecentrum Zeist wil asielzoekersgezin in afwachting van uitzetting „humane opvang” bieden
Ze kunnen sporten, muziek maken, schilderen en tuinieren. Intussen zitten ze wel achter hoge hekken met camera’s. In de gesloten gezinsvoorziening (ggv) in Detentiecentrum Zeist wachten uitgeprocedeerde asielzoekers met kinderen op hun uitzetting uit Nederland.
Langzaam zwaait het hoge hek achter de slagboom voor Detentiecentrum Zeist, vaak kortweg Kamp Zeist genoemd, open. Bezoek moet zich melden bij de receptie. „Geen boerka’s, geen ontblote bovenarmen, geen rokjes boven de knie”, luiden enkele kledingregels. Een telefoon mag niet mee naar binnen, maar verdwijnt in een kluisje. Na de controle van paspoort of ID-kaart lopen gasten via een detectiepoortje het centrale gebouw in.
Het bezoek van de journalist aan het detentiecentrum, aan de rand van Soesterberg, is met diverse voorwaarden omgeven. Zo mag er geen fotograaf komen. Ook is een gesprek met bewoners van de ggv uitgesloten. Maar afdelingshoofd Mirsad en gezinsbegeleider Azeddinne –hun achternamen mogen om veiligheidsredenen niet in de krant– willen wel vertellen wat hun werk inhoudt.
Azeddinne, als kind van Marokkaanse ouders geboren en getogen op de Veluwe, werkt sinds 2019 in Detentiecentrum Zeist. Via een andere functie kwam hij in de ggv terecht. „Ik spreek Engels, Duits en Arabisch. Daardoor kan ik met veel bewoners rechtstreeks communiceren. Wanneer iemand alleen Chinees spreekt, moet ik de tolkentelefoon inschakelen.”
Angstig
De ggv opende in oktober 2014 de deuren en biedt onder anderen plaats aan gezinnen met minderjarige kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen die het land uit moeten. Het gaat om een „gesloten, kindvriendelijke” voorziening, meldde toenmalig staatssecretaris Fred Teeven (Justitie) de Tweede Kamer destijds. „Er worden nu ook alleenstaande vrouwen geplaatst en soms koppels zonder kinderen”, zegt Mirsad.
Sommige bewoners van de ggv moeten, na een afwijzing van hun asielaanvraag, terug naar het land van herkomst, zoals Albanië, Armenië of Nigeria. Anderen wachten op gedwongen vertrek naar een Europees land, omdat ze onder de zogeheten Dublinregeling vallen. Zij dienen hun asielprocedure
bijvoorbeeld in Italië, Griekenland of Duitsland te doorlopen.
Uitgeprocedeerde gezinnen die niet hebben meegewerkt aan zelfstandig vertrek worden vaak onverwachts in alle vroegte van hun bed gelicht in een asielzoekerscentrum (azc). Onder bewaking worden ze met een busje naar het Detentiecentrum Zeist gebracht, waar behalve een strafrechtelijk cellencomplex de ggv gehuisvest is. Na aankomst worden de volwassen asielzoekers gefouilleerd en gecontroleerd op „verboden goederen”.
„We doen dat met een bodyscan, zodat we hen niet hoeven aan te raken”, zegt Mirsad. Waardevolle persoonlijke eigendommen, zoals sieraden, worden verzegeld en opgeborgen. Ook mobiele telefoons van de asielzoekers mogen niet mee naar de ggv, maar verdwijnen in een kluis.
„Mensen zijn emotioneel, angstig”, zo typeert Azeddinne de sfeer bij de aankomst van asielzoekers. „Ze weten niet wat hun te wachten staat. Als ze er, na de eerste formaliteiten, aan toe zijn, gaan we als gezinsbegeleiders rustig een intakegesprek met hen aan, waarin we alles uitleggen”, zegt hij. Onderdeel van de kindvriendelijke aanpak is dat hij en zijn collega’s geen uniform dragen.
Trampoline
Lopend over het terrein ontgrendelt de justitiemedewerker diverse afgesloten hekken en deuren om bij de ggv te komen. Dit onderdeel van Kamp Zeist ademt een geheel eigen sfeer. Rond een grasveld liggen twaalf bungalows, die elk plaats bieden aan maximaal zes personen.
Azeddinne opent de deur van een van de leegstaande huisjes, met drie slaapkamers. In de woonkamer, met een open keuken, staat een bank. Op tafel liggen kleurpotloden. Een kast onder de televisie bevat kleurplaten en een legpuzzel. De wanden zijn grotendeels kaal.
Rondom het terrein met de woonunits zijn hoge muren of hekken met prikkeldraad zichtbaar. Voor kinderen is er genoeg ruimte om buiten te spelen. Er staan een trampoline, speeltoestellen en picknicktafels. Ook is er een moestuin. Mirsad wil dat er de komende tijd fruitbomen bij komen, vertelt hij.
In het centrale ggv-gebouw kunnen de bewoners voor uiteenlopende activiteiten terecht. Een vrouw uit Mongolië is bij de balie in gesprek met een medewerker. Op een prikbord hangen posters met een vermelding van de islamitische gebedstijden én een aankondiging van de kerkdiensten die elke zondag om 13.00 uur in de ggv plaatshebben: ”Church, Eglise, Iglesia”.
In daarvoor aangewezen ruimtes kunnen bewoners (video)bellen. Ook mogen ze maximaal vier uur per week bezoek ontvangen. „Aan de strafrechtelijke kant is dat één uur”, zegt Mirsad. Bezoek mag niet in de woonunits komen, maar in een centrale bezoekersruimte met een zitbank en een speelhoek, waar personeel van de ggv aanwezig is.
Psalm 119
Het pand heeft nog tal van andere ruimtes, zoals spreekkamers voor gesprekken met een advocaat of de Dienst Terugkeer en Vertrek, een bibliotheek en een uitdeelpunt voor tweedehandskleding, „afkomstig van kerken en stichtingen uit de buurt”. Ook voor medisch personeel en een kapper –op aanvraag beschikbaar– zijn kamers gereserveerd.
In een leslokaal met fleurige tekeningen aan de wand staan zes stoeltjes rond een tafel. „Als ouders willen dat hun kind naar school gaat, starten we de lessen zo snel mogelijk op”, zegt Mirsad, die erbij aantekent dat er in de praktijk niet altijd een leerkracht beschikbaar is.
In de muziekkamer kunnen bewoners gebruikmaken van gitaren, djembés en een piano. Op een muziekstandaard staat de tekst van een Engelstalig christelijk lied: „Thy word is a lamp unto my feet, and a light unto my path”, Psalm 119:105.
Iets verderop bevindt zich een ruimte voor creatieve activiteiten, zoals schilderen, en een plek om te koken en te bakken. Drie keer per week zijn bewoners welkom in een fitnesszaal. ”Have a happy day”, staat er op een poster. En, in het Nederlands: „Wees welkom, groet uw trainer, wees een goede gast.”
Uitlaatklep
De fitnessruimte voorziet in een behoefte, merkt de trainer op. „Soms heb ik hier tien of twaalf mensen tegelijk. Ze zijn enthousiast en gedreven om iets aan lichaamsbeweging te doen. Het is een uitlaatklep. Ik zie mensen na afloop soms relaxed weggaan.”
Niet iedereen zit, in afwachting van een gedwongen vertrek uit Nederland, te wachten op ontspannen bezigheden, erkent Azeddinne, die als gezinsbegeleider dagelijks contact met de bewoners heeft. „De ene keer hebben ze meer zin om iets leuks te doen dan de andere keer. Over het algemeen zijn ze zich ervan bewust dat de situatie er niet beter op wordt als ze de hele dag in huis blijven zitten. Wij stimuleren hen om aan activiteiten deel te nemen, maar kunnen ze er niet toe verplichten.”
Het personeel doet zijn best om het verblijf in de ggv zo min mogelijk een traumatische ervaring te laten zijn, vervolgt Azeddinne. „Soms speel ik een partijtje voetbal met kinderen. Met Pasen gaan we eieren zoeken. Aan het eind van de ramadan nam een collega een keer lekkernijen mee van huis. Er zijn momenten dat er hier gezellig wordt gegeten, gedronken, naar muziek geluisterd en gedanst. Maar het is natuurlijk niet altijd feest.”
Vliegtuig
Meer dan eens gaat een uitzetting uiteindelijk toch niet door, bijvoorbeeld omdat bewoners een nieuwe asielprocedure kunnen starten en vanuit de ggv terugkeren naar een azc. Anderen worden wel op het vliegtuig gezet. Dat dit mensen angstig, boos of verdrietig kan maken, snapt Azeddinne. „Ik begrijp het dat een jongen van tien jaar die in Nederland geboren is, niet weg wil. Maar ik kan daar niets aan veranderen en moet gewoon mijn werk doen.”
Soms maakt hij heftige situaties mee, als afgewezen asielzoekers zich tot het laatste moment tegen hun uitzetting blijven verzetten. Hij noemt als voorbeeld een vader die zei dat hij zijn kinderen zou „afmaken” als ze terug moesten naar Nigeria. „Dat is heel lastig, als een vader zijn kinderen gebruikt als een soort harnas. Ik probeer dan toch het gesprek te blijven aangaan, de-escalerend te werken en duidelijk te maken dat zo’n houding voor niemand goed is, zeker niet voor de kinderen.”
Mirsad zegt „trots” te zijn op de manier waarop zijn medewerkers met zulke situaties omgaan. „We proberen een traject richting uitzetting zo rustig mogelijk te laten verlopen. Iedereen is erop gericht de bewoners tot het eind toe zo humaan mogelijk op te vangen.”
Kamp Zeist
Dit is het eerste deel van een tweeluik over de gesloten gezinsvoorziening voor uitgeprocedeerde asielzoekers.