Gemeenten willen af van energietoeslag en zien rol voor Den Haag
De gemeenten zijn geen landelijke uitvoeringsorganisaties en daarom moet de energietoeslag vanaf volgend jaar weer vanuit het Rijk worden uitbetaald. Dat stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Om ook na 2023 de pijn van de hoge (energie-)prijzen te verzachten voor huishoudens met een laag inkomen, onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om een energietoeslag in het leven te roepen. De VNG is blij met een Kamerbrief van eind februari waarin staat dat het kabinet overweegt om die energietoeslag via het toeslagensysteem te regelen.
De VNG staat achter die opzet, onder meer omdat er volgens de gemeenten geen sprake meer is van een crisis, en omdat ze vindt dat er landelijk duurzaam inkomensbeleid vanuit het Rijk nodig is. De VNG benadrukt dat gemeenten een medeoverheid zijn, maar wel met een eigen lokale rol voor inwoners in een kwetsbare positie. „Gemeenten moeten niet worden ingezet als landelijke uitvoeringsorganisaties.” Dat schrijft de VNG aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
De VNG vindt het niet reëel om van gemeenten te verwachten dat ze de regeling na de energiecrisis in 2022 en 2023 voor een derde keer moeten gaan uitvoeren. Het is immers een tijdelijke regeling en bovendien vraagt deze veel inspanning van de gemeenten, schrijft ze.
Een woordvoerder van het ministerie van SZW zegt kennis te hebben genomen van de brief van VNG en benadrukt dat het nog helemaal niet vaststaat of er in 2024 wederom een energietoeslag komt. Ze ziet de toeslag als een effectieve maatregel die veel mensen heeft bereikt. Ambtenaren van het ministerie onderzoeken de optie van een mogelijke toeslag in 2024 die landelijk wordt geregeld waarbij rekening wordt gehouden met het inkomen van mensen en hun energielabel of -gebruik.