Aartsbisschop van Mosul in Irak ontvoerd
De aartsbisschop van de Syrisch-Katholieke gemeenschap in Mosul, Basilios Georgis Casmoussa (66), is ontvoerd in die Noord-Iraakse stad. Dat heeft de woordvoerder van het Vaticaan, Joaquin Navarro Valls, maandag laten weten.
Het Vaticaan heeft de ontvoering scherp veroordeeld als „een daad van terrorisme” en eist dat de kerkleider wordt vrijgelaten.
Casmoussa werd voor zijn kerk door gewapende mannen in een auto gesleurd en meegenomen. De Iraakse groepering die zegt achter de ontvoering te zitten heeft een losgeld van 200.000 dollar geëist. Dat heeft het rooms-katholieke missiepersbureau Misna dinsdag gemeld.
Casmoussa is de aartsbisschop van de Syrisch-katholieke gemeenschap in het Noord-Iraakse Mosul. Het Vaticaan maakte maandag bekend dat hij voor zijn kerk door gewapende mannen in een auto was gesleurd en meegenomen. Casmoussa werd in 1962 tot priester gewijd. De paus benoemde hem zes jaar geleden tot aartsbisschop van Mosul. In deze stad woont een groot deel van de Iraakse christenen, die circa 3 procent van de bevolking van 26 miljoen uitmaken. De Syrisch-Katholieke kerk in Mosul en omgeving telt ruim 35.000 aanhangers.
De Jordaanse terroristenleider Abu Musab al-Zarqawi heeft maandag via internet de verantwoordelijkheid opgeëist voor enkele aanslagen in Irak. Het gaat om bloedige aanvallen in de afgelopen tijd ten zuiden van Baquba en nabij Basra. Tweederde van de geregistreerde kiezers in de Iraakse hoofdstad Bagdad zegt intussen van plan te zijn op 30 januari hun stem uit te brengen, ondanks het aanhoudende geweld dat dinsdagmorgen wederom een hoge tol eiste. Volgens een laatste bericht werd toen in Basra een van de verkiezingskandidaten vermoord. Hij had een plaats op de lijst van de Iraakse interim-premier Iyad Allawi.
De VN hebben hun rol als technisch adviseur voor de verkiezingen in Irak vervuld, zo heeft secretaris-generaal Kofi Annan maandag gezegd. Hij riep de Iraakse regering op de stembusgang op 30 januari zo veelomvattend mogelijk te maken, ondanks de „verre van ideale” situatie in het land, waar geweld overheerst. De Iraakse premier Iyad Allawi heeft maandag de VN gevraagd waarnemers te sturen die moeten toezien op een eerlijk verkoop van de verkiezingen van 30 januari.
Een aantal van de kandidaten in de Iraakse verkiezingen van 30 januari krijgt geld van de regering van Iran. Dat heeft de Iraakse minister van Defensie, Hazem Shaalan, maandag gezegd in een interview met de nieuwszender Al-Arabiya.
De Amerikaanse president Bush mag dan hopen dat zijn herverkiezing de steun van zijn volk toont voor het Irak-beleid, maar twee opiniepeilingen wijzen dinsdag anders uit. De meerderheid van de Amerikanen noemt de inval in Irak niet juist en keurt bovendien het huidige VS-beleid in Irak af. Volgens een peiling van The Washington Post en de nieuwszender ABC vindt 55 procent van de Amerikanen dat de Irak-oorlog het allemaal niet waard is geweest, tegen 44 procent die vindt van wel. Ongeveer 58 procent gaf aan de huidige aanpak van Bush af te keuren, terwijl 40 procent dat beleid wel steunt. Dinsdag kwamen ook de krant USA Today en nieuwszender CNN met een peiling.
De 550 Deense soldaten in Irak verlaten het Arabische land pas binnen twaalf tot achttien maanden. Net als de Nederlandse troepen, die over twee maanden weggaan, zitten de Denen in het zuiden van Irak.
Irakezen die in het buitenland in ballingschap leven, kunnen zich tot en met 23 januari laten registreren voor de verkiezingen van eind deze maand.