Ds. Beekman tijdens Friese preektocht: Steeds meer zink ik weg in het moeras van deze tijd
Verspreid over drie Friese kerken vond woensdag de tweede „preektocht” plaats, georganiseerd door ds. K. H. Bogerd, predikant van de hervormde gemeente in Wouterswoude. Thema: de viervoudige Schriftzin, aan de hand van de profeet Jeremia.
Als start van de „onderdompeling” in de manier van preken van de Vroege Kerk zingt ds. Bogerd twee bewerkingen uit de twaalf gezangen: ”O Vader, Die al ’t leven voedt” en ”O Heer, wij danken U van harte”. Hij wordt begeleid door zoon Evan Bogerd, cantororganist van de Westerkerk in Amsterdam. De bariton ds. Bogerd vult met zijn stem de Sint Jan in Deinum. In het kerkgebouw hebben zich ruim vijftig predikanten verzameld om een dag met elkaar na te denken over een van hun kerntaken: het maken van een preek.
Verkondiging
Prof. dr. M. A. van Willigen, bijzonder hoogleraar Bijbeluitleg Vroege Kerk aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, geeft aan de onderdompeling vervolg door het doordenken van de vraag hoe de Schrift in de eerste en tweede eeuw werd gelezen. „Er werd hardop voorgelezen. In Handelingen kom je het tegen bij de kamerling: Filippus hoort hem lezen. Op grond van literaire nalatenschap en archeologische vondsten neemt men daarom aan dat er hardop werd voorgelezen.”
Van Willigen stond er vervolgens bij stil hoe er door de kerkvaders in de vierde eeuw werd gelezen. „Vers voor vers werd voorgelezen, er was niet één tekst als uitgangspunt voor de prediking.”
Ds. Bogerd legt in het werkcollege uit hoe de viervoudige schriftzin (zie ”Viervoudige schriftzin”) in elkaar zit. Wat doe je bij welke stap? Met sprekende voorbeelden maakt de predikant duidelijk welke stappen de deelnemers gaan volgen. Jeremia 38:1-13 is opgedeeld in acht stukken. De predikanten nemen ieder een zelfgekozen blok voor hun rekening. Volgens de methode van de viervoudige schriftzin maken ze een kort meditatief gedeelte, dat ’s middags wordt voorgedragen.
Ds. B. van Werven, predikant van de Kruiskerk in Diever, waardeert de preektocht. „Je bent hier samen om na te denken over de verkondiging. Heerlijk om je zo te verdiepen in het Woord van God.”
Slijk
Het middagprogramma gaat verder in de Sint-Margaretakerk in Boksum. De eerste vier predikanten houden in deze twaalfde-eeuwse kerk hun korte preek, maximaal tien minuten. Ds. M. Krooneman, predikant van de hervormde gemeente Noordhorn en Saaksum, bijt het spits af. Hij bepaalt zijn gehoor bij de overgave van de stad Jeruzalem waar Jeremia toe oproept. „Is Jeremia gek geworden? Is hij suïcidaal of een verrader? De boodschap van Jeremia –Geeft u over, want de stad zal vallen– is tegendraads. Is het al je verlangen om je over te geven? Om het stuur uit handen te geven van Hem, die Koning is? De koning van de Chaldeeën, moet je je daar aan uitleveren? Jeremia zegt: De stad is verloren, er is geen redden meer aan. Je kunt niet standhouden. Jeruzalem, het centrum van de wereld, zal vallen, zegt de profeet. Zo wordt de stad van de wereld belegerd door Koning Jezus. Waar is Jezus vandaag? Gaat het Hem wel lukken? Geef je over aan de Koning, staak de strijd. Wat een Evangelie. Wie bij Hem hoort, is veilig.”
Tussen de verschillende korte preekjes improviseert Evan Bogerd over de overdenkingen. Ds. W. Beekman, classispredikant Friesland, mediteert over het slijk. „Ik heb altijd geprobeerd uit het slijk weg te blijven. Hoe meer ik organiseerde, hoe meer ik zonk in het slijk van de secularisatie. Bijna veertig jaar ben ik hier, in Friesland, dorpsdominee, stadspredikant, synodepredikant en classisdominee geweest. En steeds meer zink ik weg in het moeras van deze tijd. Mijn hart huilt en mijn ziel lijdt. Er gaat zo veel verloren in dit slijk. Het grote kwaad van slijk is dat hoe meer ik doe, hoe driftiger ik worstel, hoe dieper ik zink. Uit diepten van ellende roep ik tot u, o Heere. Ik zie uit naar de zelen, de touwen, die uit het slijk redden.” Beekman sluit af met de bekende woorden „Heer, het is Uw kerk, ik ga nu slapen” van paus Johannes XXIII.
In de Mariakerk in Blessum heeft het laatste deel van de preektocht plaats. Ds. M. van Kooten, predikant van de hervormde gemeente in Elspeet: „Jeremia zit in de put, maar er is verlossing. De touwen zijn in de put gelaten om Jeremia eruit te halen. Wat ligt er een mooie boodschap in, een Evangelieboodschap. De Moorman opereert zo makkelijk tussen iedereen. Hij wordt niet met een scheef gezicht aangekeken, maar geaccepteerd. Achter deze Ebed-Melech staat Ebed-Jaweh, de lijdende Knecht. De lompen zijn de bediening van het Woord. Da Costa zei het al: „O Bijbel, dierbaar Woord des Heeren, o wat schatten biedt gij aan.” De lijdende Knecht, de overwinnende Koning zegt: Onderzoekt de Schriften, die van Mij getuigen. Daar waar mensen in het slijk van de secularisatie zitten: neem nou deze afgekeurde doeken, het Woord, dat zo botst met mijn verstand en laat je er door leiden. En straks zitten we niet meer in het slijk, maar zijn we de strijd te boven. Dan hebben we geen lompen meer nodig en mogen we de Koning zien in Zijn schoonheid.”
Prof. Van Willigen sloot de tweede preektocht af met een korte reflectie.