Zijn collega Mans Nyberg van de UNHCR zei dat er ergens langs de 450 kilometer lange weg blijkbaar een kleine schermutseling was geweest. Een legerwoordvoerder kon dat niet bevestigen, maar zei dat de rebellen de grootste bedreiging voor de veiligheid in Atjeh vormen. „Ze ontvoeren Indonesische functionarissen, persen dorpsbewoners af en schieten op ons. Zij vormen een gevaar voor de aflevering van hulpgoederen”, zei kolonel Nachrowi Djazairi.

De Atjeese rebellenleider Tengku Mucksalmina zei maandag in een interview dat de rebellen geen buitenlandse hulpverleners op Atjeh zullen aanvallen. Volgens Mucksalmina hoeven de rebellen geen hulpverleners aan te vallen, omdat ze nog genoeg voedsel hebben voor een jaar. Mucksalmina zei dat al sinds 27 december alle rebellen in hun kampen moeten blijven en alleen mogen schieten uit zelfverdediging.

Mucksalmina sprak van een pr-campagne van Jakarta en zei dat de Indonesische regering pottenkijkers buiten Atjeh wil houden. „Het Indonesische leger is bang voor buitenlanders. Ze zijn bang dat bekend wordt wat er op Atjeh gebeurt.” Het Indonesische leger wordt ervan beschuldigd wreedheden te begaan in Atjeh. Voor de ramp kregen de media geen toestemming in Atjeh te reizen.

Drie weken na de zeebeving bij Sumatra kan de internationale hulpverlening in de rampgebieden gaan overschakelen van noodhulp naar wederopbouw. Dat zei secretaris-generaal Kofi Annan maandag in New York. De hoogste baas van de volkerenorganisatie bracht er verslag uit van zijn reis langs getroffen landen. Volgens Annan verloopt de enorme hulpoperatie naar behoren.

Het hoofd van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Lee Jong Wook, sprak in soortgelijke bewoordingen. Hij zei dat de internationale hulpverlening aan de slachtoffers van de tsunami zich niet meer moet richten op het verschaffen van noodhulp, maar op herstel op de lange termijn.

Lee waarschuwde dat de getroffen gebieden, net zoals andere rampgebieden in het verleden, nog jarenlang kunnen lijden onder hoge ziekte- en sterftecijfers en afhankelijk kunnen blijven van externe hulpverlening. Prioriteiten zijn volgens Lee het herstellen van rioleringen en ziekenhuizen en het verzekeren van een betrouwbare aanvoer van water en voedsel.

Nog altijd worden er doden gevonden, vooral in Atjeh en Sri Lanka. Sri Lanka heeft besloten vijftien nieuwe dorpen te bouwen in het door de tsunami’s getroffen zuiden en oosten. Maandag is een ”plan van wederopbouw” gepresenteerd, opgesteld door het bureau van president Kumaratunga. Het plan bevat projecten en maatregelen die op korte en lange termijn nodig zijn om het eiland er bovenop te krijgen.

Getroffen gezinnen krijgen een bonus van omgerekend ongeveer 40 euro. Ook hoeven ze nog openstaande energierekeningen niet te betalen. Schoolkinderen krijgen gratis uniformen en schoenen. Mensen die hun huis willen herbouwen krijgen hulp, mits dat gebeurt op voorgeschreven afstanden van de zee. Dat kan per kustdeel verschillen, maar binnen een afstand van 100 meter mag in elk geval niet worden gebouwd. Op enkele plekken langs de zuidwestkust trekken bewoners zich daar overigens weinig van aan.