Binnenland

Verdachte Endstra-moord: data zeggen me niets

„Data zeggen mij niets. Het kan best zijn dat ik die bewuste dag in Amsterdam was. Ik kwam daar regelmatig. Maar ik was zeker niet aan de Apollolaan.” Dat zei Alkmaarder Ali N. (38) maandag voor het gerechtshof in Amsterdam bij de start van het hoger beroep in de strafzaak over de moord op vastgoedbaas Willem Endstra, bijna negentien jaar geleden. N. is een van de drie verdachten in de beroepszaak.

ANP
13 March 2023 17:07Leestijd 3 minuten

Endstra (51) werd op 17 mei 2004 doodgeschoten voor zijn kantoor aan de Apollolaan in Amsterdam-Zuid. De vastgoedmagnaat was destijds zakelijk gezien al aangeschoten wild, nadat crimineel John Mieremet hem in 2002 in een interview met De Telegraaf had betiteld als bankier van de onderwereld en Willem Holleeder in één adem had genoemd als diens sterke arm.

Holleeder kreeg vorig jaar in hoger beroep levenslang voor het verordonneren van een serie moorden, waaronder die op Endstra. Eerder had hij al een jarenlange celstraf uitgezeten voor het afpersen van de vastgoedbaas en andere zakenlieden. Het gerechtshof oordeelde net als de rechtbank in 2019 dat Holleeder medekopstuk was van een criminele bende, die via tussenpersonen gebruikmaakte van twee ‘moordcommando’s’. Een ervan was de zogenoemde ‘Groep Alkmaar’, waartoe de drie mannen zouden hebben behoord die nu in hoger beroep terechtstaan voor de moord op Endstra.

Zij werden begin 2016 wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken. De rechtbank maakte toen met name korte metten met de verklaringen van de beschermde getuige Hidr Korkmaz, waarop het Openbaar Ministerie in sterke mate leunde. Korkmaz kwam eind 2017 in het buitenland om het leven bij een noodlottig ongeval. Ook de vermeende schutter in de zaak-Endstra kan niet meer worden gehoord. Hij stierf in 2012 in gevangenschap aan een hersenbloeding, kort na zijn aanhouding.

Van de drie verdachten had de 49-jarige Ziya G. al voor de rechtszaak in 2015 de wijk genomen naar Turkije, waar hij voor zover bekend tegenwoordig woont. Hij was de eerste dag van het hoger beroep niet van de partij. Tegen hem was door het OM zestien jaar gevangenisstraf geëist. N. en zijn neef Özgür C. (43) hoorden destijds straffen van veertien jaar eisen. Van hen was met name N. maandag zeer uitgesproken en uitvoerig in zijn ontkenningen. C. beriep zich op enkele momenten na op zijn zwijgrecht.

Het hof heeft voor de beroepszaak acht dagen uitgetrokken. Naar verwachting spreekt het OM op 24 maart de strafeisen uit. Komende donderdag gaat de zaak verder.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer