Weisglas dreigt tegen kiesstelsel te stemmen
Kamervoorzitter Weisglas acht het niet ondenkbaar dat hij tegen het nieuwe kiesstelsel van minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing zal stemmen. Dat stelsel maakt de geldingsdrang van kamerleden alleen maar sterker, vreest hij, terwijl parlementariërs zich juist meer zouden moeten richten op hun wetgevende taken.
In een interview in NRC Handelsblad zei Weisglas afgelopen zaterdag dat kamerleden momenteel te veel bezig zijn met opiniëren. Ze willen voortdurend zichtbaar zijn in de media om op die wijze hun herverkiezing zeker te stellen. Maar die scoringsdrift, die door het nieuwe kiesstelsel alleen nog maar groter zal worden, gaat ten koste van degelijke, wetgevende arbeid, meent de kamervoorzitter.
Het wetvoorstel voor een nieuw kiesstelsel heeft de Tweede Kamer overigens nog niet bereikt. Wel is bekend wat de inhoud ervan is: elke kiezer krijgt twee stemmen, een om te stemmen op een landelijke kieslijst en een om te stemmen op een regionale kandidaat. Het nieuwe systeem is nadrukkelijk bedoeld om de persoon van de politicus meer in de schijnwerpers te plaatsen.
Weisglas acht het niet ondenkbaar dat hij het nieuwe kiesstelsel met zijn tegenstem zal blokkeren, als hij daartoe in de gelegenheid komt. „De coalitie heeft 77 zetels en ik kan tellen. Mijn stem kan van grote invloed zijn. Ik zal niet zomaar voorstemmen alleen omdat dat nu eenmaal onderwerp is van coalitiepolitiek.”
In het vraaggesprek oefent Weisglas bovendien kritiek uit op de neiging van politieke partijen om bij verkiezingen hun kamerfracties ingrijpend te vernieuwen. „Zet niet je eigen mensen na vier jaar weer bij het oud vuil. Dat is onredelijk en voor het functioneren van de Kamer heel slecht.” De kamervoorzitter wil over dit onderwerp in gesprek gaan met de voorzitters van de politieke partijen.
Weisglas’ kritiek is opmerkelijk, omdat kamervoorzitters geacht worden volstrekt onpartijdig te zijn en geen inhoudelijke politieke oordelen te vellen.
LPF-fractievoorzitter Van As zet zich dan ook scherp af tegen Weisglas’ bemoeienis met de selectie van kandidaten. „Hij moet als onafhankelijk kamervoorzitter daarbuiten blijven. Dat is zijn competentie niet. De lijst wordt bij de LPF door leden samengesteld.”
Volgens een woordvoerder van CDA-partijvoorzitter Van Bijsterveldt is de kandidaatstelling „in eerste instantie” een zaak van de politieke partijen. „De lijst moet een mix zijn van continuïteit en vernieuwing en dat is bij het CDA altijd zo geweest”, stelt hij. Het is volgens hem het goed recht van de kamervoorzitter, die moet letten op kwaliteit en werkwijze van het parlement, zulke opmerkingen te doen. „Als hij wil praten met de voorzitters, wij wachten zijn uitnodiging af.”
PvdA-voorzitter Koole heeft om twee redenen moeite met Weisglas’ opstelling. „Hij gaat niet over de kandidaatstelling, maar hij vergeet ook dat de vernieuwing komt door de wisseling van de kiezersvoorkeur.” De PvdA kreeg bij de verkiezingen in 2002 een dreun. „Dat kan je niet negeren, de kiezer wil een signaal afgeven.” In 2003 kwam de partij veel sterker terug dan verwacht, „met relatief veel nieuwe gezichten als gevolg.”
D66-collega Pechtold vindt het een goede zaak wat Weisglas zegt: „Dat hoort bij zijn positie en prima dat hij dat durft.”
Minister De Graaf, de gangmaker achter het nieuwe kiesstelsel, reageert ironisch op Weisglas’ kritiek daarop. Zijn woordvoerder zegt: „Hij gaat ervan uit dat Weisglas meedoet aan de behandeling en het debat in de Kamer over het kiesstelsel, en ziet daarnaar uit.” De kans op zo’n actieve rol van de kamervoorzitter is echter nihil.
In het interview pleit Weisglas bovendien voor een vaste bewaakte woonruimte voor de kamerleden Wilders en Hirsi Ali. Wegens ernstige bedreigingen worden zij elke nacht op een ander adres ondergebracht. Maar zo kun je als kamerlid je werk niet optimaal doen, vindt de kamervoorzitter.