Chinese oud-leider Zhao overleden
De voormalige Chinese leider Zhao Ziyang is maandag overleden. Volgens familieleden stierf de 85-jarige Zhao, die sinds vrijdag na meerdere beroertes in coma lag, in een ziekenhuis in de hoofdstad Peking.
De dood van „kameraad Zhao” is ook door het Chinese staatspersbureau Xinhua bevestigd. Meerdere Chinese leiders hebben de overleden politicus inmiddels de laatste eer bewezen.
De hervormingsgezinde communist werd in de nasleep van de studentenprotesten van 1989 afgezet als leider van de Communistische Partij. Volgens haviken in de partij had hij een te vriendelijke houding tegenover de studenten aangenomen. Op 19 mei 1989 probeerde een tot tranen toe bewogen Zhao de studenten van het plein af te praten. Dat was de laatste keer dat hij in het openbaar is gezien.
De afgelopen dagen gingen al vele geruchten de ronde over de situatie waarin Zhao zou verkeren. Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken maakte een week geleden bekend dat Zhao, wiens dood in 2003 al eens werd gemeld, in het ziekenhuis was opgenomen. Toen gold zijn situatie nog als stabiel.
De Chinese autoriteiten zaten na de afzetting met Zhao in hun maag. Ook nu zouden ze bang zijn dat de dood van Zhao leidt tot hernieuwde oproepen voor veranderingen in China. Hij was -ook tijdens zijn partijleiderschap- voorstander van politieke hervormingen en geloofde dat meer democratie nodig was om gewelddadige gebeurtenissen als de Culturele Revolutie te voorkomen.
Inmiddels hebben dissidente Chinezen al hun mond geroerd. Zij willen dat de regering een open en voor het publiek toegankelijke begrafenisplechtigheid organiseert. Jiang Peikun, wiens zeventien jaar oude zoon in 1989 tijdens het studentenprotest werd neergeschoten in Peking, zei dat de regering ook duidelijk moet erkennen wat de betekenis van Zhao voor China is geweest. „Hij was de democratische kracht in de partij”, aldus Jiang, die vindt dat de Chinezen de gelegenheid moeten krijgen om over Zhao te rouwen.
Jiang vreest dat hij en zijn mededissidenten de komende weken hun huizen niet mogen verlaten omdat de regering vreest dat zij anders voor onrust zullen zorgen.