Kreeften en krabben uit de Noordzee
Wie de boot van IJmuiden naar Newcastle pakt en ’s morgens een beetje op tijd uit bed komt, kan ze misschien zien varen: de kottertjes van Whitby. Deze scheepjes, met op de boeg de letters WY (van Whitby), vissen vooral op kreeften en krabben in de Noordzee.
Whitby is de op twee na grootste kreeftenhaven van Groot-Brittannië. Jaarlijks worden er zo’n 100.000 kreeften aan land gebracht, wat werk biedt aan 150 mensen.
Om de kreeft en krabben te vangen, gebruiken de vissers vangkooien. De vangst wordt levend verkocht, meestal via veilingen. Kreeften werden tot voor kort nog levend gekookt, waarna ze de kenmerkende rode kleur kregen. Sinds 2021 mag dat in Groot-Brittannië niet meer, nadat uit onderzoek was gebleken dat de dieren pijn ervaren als zij levend worden gekookt. Ook in Nederland is zo’n verbod in voorbereiding.
Net als in Nederland staat de visserij in Groot-Brittannië onder druk. Nu vangen de vissers van Whitby vooral schaaldieren, maar dat komt omdat de vangst van witvis vrijwel is verdwenen als gevolg van overbevissing en klimaatverandering.
Witvissen zoals kabeljauw en schelvis zijn naar koudere wateren in het noorden gemigreerd. Enkele vissers verhuisden naar de Schotse havens Peterhead en Aberdeen, vele anderen zijn gestopt.